Donderdag 18 februari: traject Algeciras -> Palmones (10 km.)
Hola España
Om 16.00 uur arriveert de boot vanuit Tanger Med in Algeciras (Spanje) waar we onze horloges weer op de Europese tijd zetten. De douanecontrole verloopt soepel, er loopt een goed getrainde snuffelhond tussen en langs de auto's. Ook de rabiesverklaring van Luna wordt zorgvuldig gecontroleerd en goedbevonden.
Onze MienMien - ach, wat hebben we haar soms gemist - leidt ons zonder omwegen naar het Centro Comercial Los Barrios in Palmones. Daar staan zeker 40 campers op het grote parkeerterrein bij de Carrefour. Er is ook een Lidl, Mercadona, MacDonalds en nog veel meer, dus we kunnen ons hartje ophalen morgen.
Vannacht en vanmorgen stevige regenbuien en een stormachtige wind. Geen dag om te gaan rijden, vinden we, dus brengen we de dag o.m. door met boodschappen doen, waarbij opvalt hoe enorm groot de keuze aan levensmiddelen en allerlei luxe artikelen is. Verder maken we een ommetje met Luna, hangen op de bank en denken na over welke kant we op zullen gaan. Hopelijk de goede!
Vanwege de hevige wind die zo nu en dan met stormvlagen gepaard gaat, blijven we ook zaterdag nog in Palmones. Om dezelfde reden zijn er meerdere campers niet de weg opgegaan, zoals onze wederzijdse buren, waarvan de buurman links ook net terug is uit Marokko en onze Nederlandse buren rechts zondag voor de 13e keer naar Marokko gaan.
Zowel gisteren als vandaag rijden er grote aantallen Renault 4'tjes af en aan op het parkeerterrein van de Carrefour. Vanmiddag bij twee Belgische jongens toch eens geïnformeerd of het om een rally gaat, maar zij vertellen dat het de 4L Trophy 2016 is, een soort woestijnavontuur voor studenten. In samenwerking met de organisatie "Enfants du désert" brengen zij schoolmateriaal e.d. naar Marokko ten bate van Marokkaanse kinderen. Dit jaar vindt van 18-28 februari de 19e editie van deze woestijnrally plaats. Er doen zo'n 1200 Renaultjes 4 aan mee (en 2 personen per R4). Het zijn voornamelijk Fransen, maar ook enkele Belgen (zoals degenen die we hebben gesproken). Al met al een leuk gezicht om al die met reclame beplakte oude Renaultjes aan en af te zien rijden.
Voor wie geïnteresseerd is, zie: http://www.4ltrophy.com
Zondag 21 februari: traject Palmones -> La Cala de Mijas (95 km.)
Hoewel de wind enigszins is afgenomen, waait het nog steeds behoorlijk. Toch vertrekken we want de winkels zijn dicht en er is verder niets te beleven hier. Het is bewolkt maar rond het middaguur breekt de zon door; de Costa del Sol doet haar naam eer aan. Wanneer we in La Cala de Mijas aankomen, is het 20 graden en kunnen de stoeltjes weer eens naar buiten.
Op deze camperplek zijn we terecht gekomen dankzij het reisverslag van E&T. Volgens de regels die op een bord staan vermeld, moet je je op het gemeentehuis laten registreren. Aangezien dat in het weekend gesloten is, kunnen we dat dus niet doen. Enkele Nederlanders staan hier al sinds woensdag en hebben zich niet aangemeld. De politie schijnt regelmatig langs te rijden. Verder mag je hier maximaal 48 uur verblijven (volgens het bord) en mag je niet binnen 10 dagen terugkeren. Het maximum van 30 campers wordt behoorlijk overschreden, want er staan er zeker 70. Kennelijk wordt er soepel met de regels omgesprongen. Er is een waterkraantje, maar een loosput hebben we nog niet kunnen ontdekken.
gratis cp in La Cala de Mijas
Stond er gisteren een oostenwind, vandaag komt hij uit het zuidwesten en staat pal op de camperdeur zodat het stof lekker binnen waait. Ondanks de sluierbewolking, is het overwegend zonnig en het wordt toch nog 21 graden. We maken een wandeling door La Cala de Mijas. Het is niet zo groot, dus daar ben je snel doorheen. Het is een aardig plaatsje met een klein strand en een wandelpromenade, wat smalle straatjes met veel restaurantjes en barretjes en héél veel Engelsen. Zoals in veel Spaanse plaatsen, kun je je ook hier tegoed doen aan een echt Engels ontbijt, tea en toasted teacakes, scones en noem maar op. Fish&Chips hebben we niet gezien, maar ook dat zal ongetwijfeld wel ergens te krijgen zijn. De terrassen zijn goed gevuld en het is een en al Engels wat je om je heen hoort. Doen we ons best om in het Spaans een kop koffie te bestellen, worden we door de obers in het Engels aangesproken. In de Farmacía daarentegen spreken ze geen woord Engels en kost het enige moeite om maagzuurremmers te kopen tegen de pijn in mijn middenrifstreek die de laatste weken chronisch lijkt te worden. Nu maar hopen dat we het goede middel te pakken hebben en dat het helpt.
strandje van La Cala de Mijas
La Cala de Mijas gezien vanaf de loopbrug over de weg
Inmiddels is het woensdag en we staan nog steeds op dezelfde plek. Voor vrije camperaars is het hier ideaal. Er is water, een loosput, winkels op loopafstand (o.a. Aldi, Lidl, Mercadona), woensdag en zaterdag markt voor de camperdeur, kortom alles wat je nodig hebt is er. Vandaag hebben we ook nog een wasserette gevonden, dus de was is weer gedaan. En een zeer prettige bijkomstigheid is dat na ik na lange tijd weer een nacht goed heb geslapen en de pillen hun werk lijken te doen. Hopelijk juichen we niet te vroeg.
Na enig wikken en wegen hebben we besloten tot en met het weekend in Cala de Mijas te blijven. Om te beginnen hebben de Andaluciërs een lang weekend vrij i.v.m. Dia de Andalucía. Omdat het op zondag valt, is dat een goede reden voor een extra vrije dag op maandag. Het valt dan ook te voorzien dat het erg druk gaat worden en wij staan hier prima. Een andere reden is het weer. Volgens El Tiempo is het weer in de omgeving van Malaga de komende dagen net iets beter dan elders. Hoewel het op dit moment (vrijdagavond) behoorlijk regent, wat niet was voorspeld, hebben we met een gemiddelde temperatuur van 19 à 20 graden en zon, tot nu toe niet te klagen gehad.
Zaterdag is de markt iets uitgebreider dan op woensdag. Naast het aanbod van typisch Spaans aardewerk en flamencojurkjes, kleding, schoenen en prullaria, zijn er slechts 3 groentekramen. En onze verwachting is uitgekomen, want in de loop van de dag is het aantal campers uit praktisch alle landen van Europa sterk toegenomen.
Zondag 28 februari: traject La Cala de Mijas -> Benajarafe (76 km.)
Na een frisse zaterdag (15 graden) die we vanwege de koude wind grotendeels binnen hebben doorgebracht, begint de zondag veelbelovend met nauwelijks wind en volop zon. De vreugde is echter van korte duur want rond 10.00 uur stuurt de politie iedereen (incl. de Spanjaarden) zonder gemeentelijk registratieformulier rücksichtlos weg. Het helpt niet als we zeggen dat het gemeentehuis gesloten is en we ons derhalve niet hebben kunnen laten registreren. Jammer, zegt de agent, dinsdag is het weer geopend, kom dan maar terug! Dit is gezeik van de bovenste plank om uitgerekend op een feestdag iedereen weg te sturen in de wetenschap dat het gemeentehuis 3 dagen is gesloten en niemand zich überhaupt aan heeft kunnen melden. Wij hebben een goede week gehad en mogen niet klagen, maar het is erg sneu voor de Spanjaarden die een lang weekend vrij zijn. Enfin, er zit niets anders op dan te vertrekken, maar niet voordat we hebben geloosd en de watertank hebben gevuld. Terwijl de een na de andere camper vertrekt, dienen de nieuwe zich al weer aan. We zijn reuze benieuwd of die kunnen blijven staan, maar daar zullen we wel nooit achterkomen.
Na Malaga verlaten we de A7 en nemen de kustweg naar Nerja. We doen zoals we vroeger deden, namelijk gewoon kijken of we een geschikte plek tegenkomen om vrij te staan. En ja hoor, iets buiten Benajarafe is een parkeerterrein aan het strand waar 1 Duitse camper staat. Hij staat er al 2 dagen, dus we gaan ervan uit dat we hier ongestoord kunnen overnachten.
rechts kijken we uit op zee
links zien we de besneeuwde toppen van de Sierra de Tejeda
Vandaag is het dus Dia de Andalucía, een dag die in het teken staat van de culturele identiteit van Andalusië en vooral een folkloristisch evenement is. Jaarlijks wordt op deze dag herdacht dat op 28 februari 1980 de Spaanse regering Andalusië als autonome regio heeft erkend. Jan is in zijn uppie even naar het dorp gewandeld en heeft daar genoten van flamengomuziek op het dorpspleintje. Dat heb ik dan weer gemist, verdorie.
Maandag 29 februari: traject Benajarafe -> Motril (91 km.)
Ondanks het mooie weer gaan we toch verder oostwaarts over de N340. In Nerja zien we een parkeerterrein waar veel campers staan, iets te veel naar onze zin, dus we rijden door over de mooie weg met pittige hellinkjes, veel bochten en prachtige uitzichten op zowel de zee als op de bergen.
iets te veel ingezoomd
In Salobreña houden we een lunchstop aan de boulevard. Het is er erg druk vanwege de vrije (schrikkel)dag. Vanaf de weg zagen we een paar campers op de gedoogplek staan, maar wij vinden dat een plek van niks. Intussen steekt er weer eens een stormachtige wind op en we besluiten door te rijden naar het 5 km. verderop gelegen Motril. Bij de haven nemen we de strandweg en komen bij een leuk parkje aan het strand, waar families aan het picknicken zijn en waar een 5-tal campers staat. Het is een zeer mooi plekje, dus er is geen enkele reden om verder te rijden.
Het parkje grenst aan een ommuurde tuin, waardoor we enigszins windvrij buiten in de zon kunnen lezen. Achter de met camera's beveiligde muur bevindt zich een huis van wijlen Koningin Fabiola, aan haar geschonken door de gemeente Motril, vertelt een Spaanse mijnheer met wie we aan de praat raken. Nou, tegen zo'n geschenk zouden wij ook geen nee zeggen. We staan dan met onze oude camper weliswaar vrij, maar we staan wèl op stand!
Voor wie geïnteresseerd is, hierbij de coördinaten: 36,71581°N 3,55479°W
Vandaag zouden we verder trekken, maar het is zo'n mooie - praktisch windstille - dag, dat we nog een dagje blijven hangen. En een hangdag was het, want we hebben voornamelijk zitten lezen, een strandwandeling(etje) gemaakt en verder niets bijzonders gedaan. Morgen moeten we wel verder, want onze voorraad begint aardig te slinken.
Woensdag 2 maart: traject Motril -> Guardias Viejas (104 km.)
Het is wederom een mooie dag, volop zon, weinig wind. We verlaten Playa Granada in Motril en rijden verder over de N340 naar het oosten. Jammer dat het mooie landschap zo ontsierd wordt door de vele plastic kassen die je aan de kust en tegen de bergen geplakt ziet.
Enkele voorbeelden van de Ruta Plástica.
Na het boodschappen doen in El Ejido, gaan we naar de gedoogplek in Guardias Viejas. Tot onze grote verbazing staat er slechts 1 (Duitse) camper. Als die aan het eind van de middag vertrekt, aarzelen we even of we bij de 3 campers die een kilometer verderop staan aan zullen schuiven, maar we besluiten toch maar te blijven staan waar we staan.
Helemaal alleen tussen het struikgewas met uitzicht op zee en Almerimar (rechter foto)
Donderdag 3 maart: traject Guardias Viejas -> San José (88 km.)
Rond het middaguur besluiten we niet in Guardias Viejas te blijven. De 3 andere campers verderop zijn ook vertrokken. Niet dat we bang zijn uitgevallen, maar het voelt niet fijn om zo afgelegen in je eentje te staan. In Matagorda (het volgende dorp) is een tankstation waar je voor € 2,- kunt lozen en drinkwater kunt innemen. Nadat we weer leeg cq vol zijn, rijden we eerder dan gepland naar Cabo de Gata, voor ons nog altijd het mooiste stuk Spanje.
We rijden het Nationaal Park in de molen van Pozo de los Frailes
De voormalige gedoogplaats in San José is opgeheven en is nu een met hekken omheinde privé-parkeerplaats van Hotel Don Ignacio. Een Engelse die hier woont, vertelde dat omwonenden zich stoorden aan de overlast van camperaars. Sommigen maakten het zelfs zo bont door hun cassettes te legen in de tuin van een van de strandhuizen. Niet verwonderlijk dat het dan snel is afgelopen.
Op het grote parkeerterrein bij binnenkomst van San José is een gedeelte gereserveerd voor campers. Als wij daar halverwege de middag arriveren, staan er 3 campers, waarvan er 2 vertrekken, waarschijnlijk vanwege het bord dat overnachten is verboden. Aan het einde van de middag staan we er met 8 campers (3xNL, 4xF, 1xB), maar als we terugkomen van de pizzeria staan er 17, waaronder 1 Franse oetl*l die zijn camper op amper 1 meter afstand van de onze heeft geparkeerd en dan ook nog met de deur naar ons toe. Vanavond als ik Luna ga uitlaten, ga ik lekker hard met de deur slaan.
Net als gisteren, is het weer een warme dag geweest: 23 graden, nauwelijks wind en volop zon. Vandaag heb ik eindelijk een bezoekje aan de kapper gebracht, wat na 3 maanden geen overbodige luxe was. Voor € 15,- ben ik geknipt, gewassen en geföhn(e)d?
Omdat gisteravond de internetverbinding opeens ophield en we allerlei onduidelijke sms'jes van Orange ontvangen, hebben we vanmorgen in een wifi-café de instellingen op de Orange-site gecontroleerd. Daar viel niets vreemds te ontdekken, dus uiteindelijk naar Orange.es gebeld. Dat kon gelukkig in het Engels. Het probleem was na 5 minuten verholpen. Hoe weten we niet, maar het schijnt dat het opwaarderen in sommige tabacco's wel eens verkeerd kan gaan, hoewel we daar nooit eerder last van hebben gehad.
Vanmiddag maken we een wandeling door het Campillo de Genovés, dat begint bij de molen van San José. Daarvandaan kun je kunt een tweetal routes nemen naar Punta de Mónsul, over de grindweg of via de kust wat nogal wat klimmen en dalen is over de kliffen. Dat vinden wij vandaag te veel van het goede, want heen en terug ben je zeker 5 uur onderweg. Daarom beperken we de wandeling tot Playa de Genoveses (ca. 2 uur).
hierna wordt het echt mooi Molino de Genoveses, ook wel Molino del Collao genoemd.
Bij de molen volgen we het pad door de cactusplantages, die in erbarmelijke staat verkeren doordat alle cactussen aangetast zijn door de een of andere schimmel. Vorig jaar hadden we dat ook al in de bergen van Mojácar gezien. Iets voor Playa de Genoveses slaan we af om via de grindweg terug te lopen naar de molen en daarvandaan door het dorp weer terug te keren naar de camper. Inmiddels is er een stevig windje op komen zetten, waardoor het i.t.t. vanmorgen een stuk frisser is geworden.
agaves zieke cactussen
Het landschap van Cabo de Gata was/is een inspiratiebron voor schrijvers, schilders, beeldhouwers en filmmakers. In het gebied zijn en worden nog regelmatig films opgenomen. Lawrence of Arabia, Cleopatra, Indiana Jones and the Last Crusade, zijn slechts enkele voorbeelden van films waarvan scenes hier zijn opgenomen.
De schrijver José Angel Valente omschreef de ongerepte natuur als volgt: "Here we can still find a regal space, where Nature is able to recognise itself en where Man, in his turn, can see himself in it. A landscape which calls out to the tranquility of the soul, to contemplation, ..."
Ook al hebben we nog nooit van de goede man gehoord, we kunnen ons helemaal in deze omschrijving vinden.
zo kun je uren wandelen en jezelf verliezen in het landschap (misschien wat overdreven, maar het doet wel wat met je).
Behalve de omringende natuur, heeft San José nog meer te bieden. Het heeft een leuk haventje met diverse (vis-)restaurantjes, kleine strandjes die door steile rotsen van elkaar gescheiden zijn, een centraal pleintje met leuke café'tjes en restaurantjes. Er zijn 3 supermarkten (Spar, Sergio en Suma) waar alles voor de dagelijkse levensbehoeften te koop is. Diverse restaurantjes en café's in de hoofdstraat en omliggende straten. Het is een dorp waar een gemoedelijke sfeer heerst o.m. door de vriendelijke bevolking, waaronder zich aardig wat alternatieve mensen bevinden.
het pleintje het haventje
Om de natuur te beleven moet je echter het dorp achter je laten. Zaterdagmiddag maken we een wandeling aan de oostkant van het dorp naar Cala Higuera, een door rotsen omringd strandje en een geliefde plek voor mensen die de duiksport beoefenen. Vorige week spraken we iemand die zei dat hij het "hier niet vinden kan", waarmee hij bedoelde dat het kale landschap hem niet aanspreekt. Dat verbaasde ons enigszins en vanmiddag, al wandelend om ons heen kijkend, begrijpen we niet dat iemand er niet van onder de indruk raakt. Dit is de 5e keer dat we hier zijn en het boeit ons nog steeds.
op de heenweg komen we paardrijders tegen (net het Wilde Westen) Cala Higuera
dit zien we op de terugweg
Zondag (6 maart) is het erg druk in San José vanwege de finish van een marathon.
Vanaf een uur of twaalf druppelen de lopers binnen en worden enthousiast onthaald door de toeschouwers (foto links). In gigantische pannen bereiden twee mannen paella en een of andere prut met kippepootjes (foto rechts).
Twee dames maken op een podium ritmische bewegingen op swingende muziek en slagen erin het publiek erbij te betrekken. Het is Zumba een fitnessprograma dat gebaseerd is op Latijns-Amerikaanse dans. Terwijl de mannen vanaf de kant toekijken, doen vrouwen en kinderen hun uiterste best doen om het voorbeeld van de dames te volgen.
Daarna wandelen we door het dorp en drinken wat bij El Duendo, een café aan het plein waar we elke dag wat gaan drinken omdat ze daar goede rock draaien. Zoals elke middag, steekt er ook vandaag rond een uur of drie een frisse wind op. Vandaag iets erger dan de voorgaande dagen, waardoor we de rest van de middag binnen hebben gezeten.
De mimosa staat volop in bloei
Maandag (7 maart) is de rust teruggekeerd in het dorp. Er zijn weinig mensen op de been, maar dat zou aan het weer kunnen liggen want het is bewolkt, slechts 15 graden en er staat een koude westenwind. El Tiempo heeft het weer voor vandaag goed voorspeld, op het tijdstip van de regen na: i.p.v. 14.00 uur begint het pas om 15.15 uur te regenen. Dankzij deze voorspelling zijn wij in ieder geval op tijd terug van de wandeling. Terwijl de regen op het dak tikt en het kacheltje brandt, zitten we te lezen en bespreken we wat de volgende bestemming wordt.
Tegen zessen is het weer droog en laat de zon zich nog even zien. Vanuit de camper zien we tussen de huisjes door de laatste zonnestralen op de bergen en de wolkenlucht daarachter (foto links, genomen vanuit de camper). We maken nog een babbel met een paar leuke Nederlanders die hier ook al een poosje staan. Een jong stel dat in hun camper woont en Henk, een man alleen die eveneens in zijn camper woont (foto rechts).
Dinsdag 8 maart: traject San José -> Rodalquilar -> San José (52 km.)
Op de sinds september geopende cp Cabo de Gata lozen we de vuilwatertank en vullen de watertank voor € 5,-. Behoorlijk aan de prijs als je € 7,- voor een overnachting inclusief service betaalt. Nu hadden we dat natuurlijk kunnen doen, maar ondanks de mooi aangelegde camperplaats, vinden wij de omgeving met uitzicht op plastic kassen lelijk, dus blijven we er niet staan.
Henk gaat overdag met zijn camper op een, naar zijn zeggen, schitterend strand staan. Omdat de politie je daar wegstuurt (voor zonsondergang moet je het strand hebben verlaten) keert hij 's avonds terug naar San José. Vandaag gaan wij daar een kijkje nemen. Het is een rit door een prachtig landschap, maar om nu weer foto's van die mooi gekleurde bergen te plaatsen, wordt iets te veel van het goede. De laatste kilometers gaan over een smalle weg en gaat over in wat sommige mensen ook wel een piste noemen om uiteindelijk op een schitterend plekje, Playa del Playazo, gelegen in de vallei van Rodalquilar, uit te komen.
Valle de Rodalquilar
Rodalquilar is een voormalig mijnwerkersstadje. Na het verdrijven van de Moren uit het Koninkrijk Granada, is de mijnindustrie (aluin dat o.m. gebruikt wordt voor het maken van papier, het looien van leer, verven van textiel enz.) nieuw leven ingeblazen maar vanwege de dalende marktprijzen werden de mijnen in 1590 gesloten. Na het vinden van goud halverwege de 19e eeuw ontstond er ruim een halve eeuw later een ware goldrush. Op het hoogtepunt bereikte de goudproductie 5000 kilo per jaar. Privéinvesteringen om dit goudmijntje in stand te houden, liepen op een fiasco uit waardoor de mijnen in 1966 definitief gesloten zijn. Met alle gevolgen van dien voor de bevolking. Telde Rodalquilar in 1960 nog ca. 1250 inwoners, in 1970 waren er nog slechts 106 over (volgens tellingen uit die tijd). In de loop der jaren zijn er veel woningen bij gebouwd die voornamelijk een vakantiebestemming hebben.
Playa del Playazo baai aan de andere kant van Batería de San Ramón
Batería de San Ramón, ooit onderdeel van de kustverdedigingslinie, is tegenwoordig privébezit.
Vanavond gaan we uit eten, niet omdat het Internationale Vrouwendag is, maar gewoon omdat ik geen zin heb om te koken. Morgen zijn we genoodzaakt om nog een dag in San José te verblijven. Vanmiddag tijdens het rijden op het zgn. pistegedeelte hoorden we weer wat onder de auto. Bij terugkeer in San José zagen we dat de steunbalk van de bodem van de accubak is losgetrild. Gelukkig zit hier een goede lasser en die gaat morgen het euvel verhelpen.
De lavadero op de linkerfoto is niet meer dan een grote schuur of garage waar personenauto's handmatig worden gewassen, dus wel een zeer primitieve vorm van een autowasstraat. Daarnaast is de man die het bedrijfje runt, van meerdere markten thuis want naast autowasser is hij tevens lasser, fietsenmaker, en wie weet wat nog meer. In ieder geval heeft hij de steunbalk weer keurig gelast en dat alles zonder veiligheidsmaatregelen zoals handschoenen, lasbril enz.
Donderdag 10 maart: traject San José -> Mojácar (79 km.)
Gisteravond heeft de politie rondom het hele parkeerterrein verbodsborden geplaatst waarop staat dat het terrein 11 en 12 maart vanwege werkzaamheden vrij moet zijn van auto's. Ook het campergedeelte moet leeg zijn. Een Nederlander was hoogst verbaasd dat de gemeente geen alternatief aanbood, want de plek stond toch in allerlei boekjes en waar moesten ze nu toch naartoe. Maar mijnheer, reageer ik, de gemeente is reuze coulant want officieel mag je hier niet eens overnachten en u heeft hier toch maar mooi dagen (en nachten) gestaan, net als wij en al die andere 20 à 25 campers. We hebben hem een paar alternatieven aangedragen en zijn vervolgens uit San José vertrokken, wat we sowieso al van plan waren.
Wat we niet van plan waren, was om naar Mojácar te gaan, maar al rijdend over de A7 zien we het dorp in de bergen. We verlaten de A7 en rijden verder richting Garrucha, waar we met het oog op de vrijdagmarkt naartoe zouden gaan. Bij de splitsing Garrucha-Mojácar slaat de twijfel toe. Wat doen we, vraagt Jan. Er ontstaat een korte discussie en tenslotte antwoord ik: Mojácar!
Soms is het moeilijk kiezen
Dus we staan weer op ons oude, vertrouwde plekje op camping El Cantal in Mojácar. Voor een overnachting betaal je tegenwoordig al gauw € 20,- (excl. stroom). Bij verblijf van 1 maand (of langer) krijg je 50% korting. Wij zijn echter niet van plan om zo lang te blijven en hebben met Michaela een prijsje af kunnen spreken, zodat we niet de volle mep hoeven te betalen. We komen weer veel bekenden tegen, mensen die zo lang als we hier komen, hier overwinteren en net als wij verknocht zijn aan deze omgeving. Een enkeling leest onze website en wist dat we in Marokko zijn geweest.
De dag begon mooi, maar in de loop van de dag neemt de bewolking toe, evenals de wind. Nu is wind niet ongewoon voor deze streek, maar vandaag is het door de heftige noordoostenwind erg koud. Dan is het toch wel prettig om weer eens aan de stroom te staan zodat het elektrische kacheltje aan kan.
I.t.t. tot gisteren was het vandaag (vrijdag) een warme, zonnige dag met 20 graden en weinig wind.
Zaterdag 12 maart hebben we van Ken, een (leuk-gekke) Engelsman die de duvel en zijn ouwe moer verzamelt, een schotel te leen gekregen. Na ruim twee maanden van onthouding, zijn we zo blij als een kind en kijken zelfs naar Sesamstraat, de CupCakeCup en nog meer flauwekul. Voorlopig moeten we het doen met BVN en de Free-to-Air-zenders omdat Canal Digitaal wegens technische problemen niet bereikbaar is om ons kaartje te laten activeren.
door het formaat en de strategische opstelling van de schotel zullen we zeker geen buren krijgen
De zondagse rommelmarkt is altijd een goede aanleiding voor een wandeling door de bergen naar het dorp. Omdat we in deze tijd van het jaar nooit in Mojácar zijn, zien we voor het eerst de uitbundig bloeiende Mimosa. En de cactussen die vorige jaar al helemaal wit uitgeslagen waren, zijn nu hartstikke dood.
het Mimosapad, het begin van de ca. 1 uur durende wandeling naar pueblo Mojácar
Mojácar pueblo, het doel van de wandeling boek over het Marokkaanse goud
Het aanbod op de rommelmarkt is niet veel anders dan andere jaren, o.a. sieraden, tweedehands kleding, boeken, cd'tjes enz., maar er is ook een kraampje dat arganproducten verkoopt. Na het rondje rommelmarkt, gaan we bij Los Cuatro wat drinken, een typisch Spaans café met een zeer vriendelijke eigenaar, Paco genaamd. Bij elk drankje krijg je een tapa naar keuze. Na het hapje en drankje wandelen we terug naar de camping, waar we de rest van de middag in de zon zitten.
Café Bar El Cuatro pueblo Mojácar
Vrijdag 18 maart: de week is voorbij gevlogen. Wat hebben we zoal gedaan op de dagelijkse wandeling, boodschappen doen e.d. na? Bar weinig! Hoewel het weer erg goed is - met als absolute topper donderdag 17 maart, toen het met 21 graden en nauwelijks wind een prachtdag was - mogen er wat ons betreft wel een paar graadjes bij. Verder kijken we 's avonds weer naar de televisie. De keuze is weliswaar beperkt tot BVN, maar dat biedt voldoende kijkstof met het Journaal, DWDD en Pauw. N.a.v. een e-mail aan Canal Digitaal, kregen we een paar dagen geleden een telefoontje van een medewerker van CD; in het kader van de vervanging van smartcards, is in januari ons nieuwe kaartje per post verzonden. Dat ligt dus thuis op ons te wachten. In ieder geval vonden we het reuze attent dat ze de moeite hebben genomen om ons dat per telefoon uit te leggen.
Vandaag is het licht bewolkt en slechts 18 graden; prima weer om naar de markt in Garrucha te fietsen. Het lijkt wel of op de markt (en op straat) het aantal Looky Looky Men is toegenomen. Veel van hen zijn (al dan niet illegale) migranten die vervalste merkgoederen verkopen, zoals tassen, T-shirts, cd'tjes, zonnebrillen enz. Vaak zijn m.n. de ambulante verkopers mensen die hier zijn gekomen door een Grote Jongen. Om hun huisvesting en eten te kunnen betalen, moeten ze een bepaalde omzet per dag behalen. Als dit verhaal waar is, is het eigenlijk een moderne vorm van slavernij, want ze zullen nooit genoeg verdienen om "vrij" te zijn.
Garrucha heeft ook een overdekte markt een stukje van de vrijdagmarkt
lekkere worsten versgemalen kruiden zoete Marokkaanse koekjes
Na het inslaan van groente, fruit, gegrilde kip èn Marokkaanse koekjes, drinken we min of meer traditiegetrouw koffie bij La Cantina de Fl(o)or. Min of meer traditiegetrouw, want we hebben ook nog een ander adresje. Floor is een leuke jonge Nederlandse die zo'n 6 jaar geleden haar eetcafé heeft geopend en het slim heeft aangepakt; door het samenstellen van een gevarieerde kaart, waarop zowel enkele Nederlandse specialiteiten (o.a. saté en broodje kroket) als Spaanse tapas en schotels voorkomen, weten behalve Nederlanders, ook de Spanjaarden haar te vinden.
La Cantina de Fl*or
Dinsdag 22 maart: evenals gisteren is het vandaag een bewolkte dag. Op een forse regenbui vannacht na, is de voorspelde regen verder uitgebleven. Met slechts 16 graden was het wel fris, waardoor het grotendeels een binnenzitdag was. Omdat de maagklachten toenemen en m.n. 's nachts gepaard gaan met hevige pijnscheuten in de zij en op de rug, vandaag toch maar naar de dokterspost gegaan. Volgens de dienstdoende arts zouden de symptomen op een maagzweer kunnen wijzen, maar daar is nader onderzoek voor nodig. Die maagzweer zou ik dan te danken moeten hebben aan een bacterie die ik in Marokko heb opgelopen want daar zijn de klachten ontstaan. Voorlopig doen we het echter met de voorgeschreven medicijnen en dieet. Dit betekent o.a. gèèn wijn. Gek genoeg smaakt die helemaal niet, dus dan is er toch echt iets mis! Zodra wij (pluralis majestatis) ons beter voelen, trekken we verder. Voor alle zekerheid hebben we uitstel van de belastingaangifte aangevraagd, daar we momenteel nog geen idee hebben wanneer we weer thuis zijn.
Al onze ongemakken vallen echter in het niet bij de gruwelijke aanslagen in Brussel van vanmorgen, waarbij tientallen doden en héél veel gewonden zijn gevallen. Het besef dat dit overal, op elk moment kan gebeuren en moeilijk te voorkomen is - iemand hoeft maar aan een touwtje te trekken en het is gebeurd - bezorgt menigeen tegen wil en dank een angstig gevoel. Angst is een slechte raadgever en daar willen we ons niet door laten leiden, maar toch....
Woensdag 23 maart: de zon schijnt weer, maar gaat zo nu en dan achter wat wolken schuil. Woensdag is er markt in Mojácar Pueblo, niet zo'n grote markt maar wel een leuke. Het groente- en fruitgedeelte is onder de boompjes, de non-foodkramen staan op het parkeerterrein voor het zwembad. Vanwege de conditie, nemen we de bus die boven in het dorp stopt. Daarvandaan is het nog een klein stukje lopen naar de markt, beneden aan de heuvel bij het gemeentelijk zwembad. Terug is het weer klimmen, dus kopen we niet te veel, zeker geen zware dingen zoals bijvoorbeeld kilo's sinaasappels.
de markt van bovenaf gezien de groente- en fruitmarkt het non-food gedeelte
En het is natuurlijk Semana Santa, de week van de processies.
- De eerste processie was afgelopen zondag (Palmzondag oftewel Palmpasen). Dat hoorden we van Thieu en Martine, forumleden die hier vorige week enkele dagen hebben gestaan en er per toeval midden in zijn beland.
- De tweede processie is op Witte Donderdag. In een Engels krantje hadden we gelezen dat die om 10.30 van start zou gaan. Wij met de bus naar boven, maar wat we ook zagen, geen processie. Navraag bij het toeristenbureau leerde dat die vanavond om 22.30 uur plaatsvindt. Stom, we hadden over het hoofd gezien dat er in dat krantje 10.30 PM stond. Achteraf gezien ook wel logisch dat het 's avonds moest zijn, want er moet natuurlijk eerst gegeten worden (Laatste Avondmaal) en de voeten moeten gewassen worden.
Het bijzondere aan deze processie is dat de mannelijke deelnemers (de Nazarenos oftewel penitenten) gekleed gaan in witte gewaden en op hun hoofd witte capirotes dragen, hoge witte puntmutsen die het gezicht bedekken om zodoende niet als zondaars te kunnen worden herkend (foto links boven) Hoewel de mutsen verdacht veel lijken op die van de Ku Klux Klan, heeft het daar totaal niets mee te maken. De hoogte van de puntmuts symboliseert het dichtbij de hemel zijn van de boetedoeners. De vrouwen zijn gehuld in de mantilla, een zwart kanten sluier die hoog op het hoofd wordt gedragen (foto rechts boven). Er schijnen ook nog voorschriften te zijn m.b.t. de lengte van de rok; die mag bijvoorbeeld niet boven de knie komen.
NB: omdat we de processie dus niet hebben gezien, foto's van internet geplukt. De volgende foto's hebben we wel zelf genomen in de kerk van Mojácar.
- De derde processie is op Goede Vrijdag. We laten ons wederom door de bus naar boven brengen. Als sardientjes zitten we, of beter gezegd, staan we in de stampvolle bus. Het is duidelijk dat we niet de enigen zijn die naar de processie gaan kijken. Ook bij de kerk, waar de processie van start gaat, is het gigadruk en dan zijn we nota bene nog een uur te vroeg ook. Terwijl we geduldig afwachten, stemmen de muzikanten hun instrumenten.
Om 12.30 uur wordt Maria als eerste de kerk uitgedragen (uiteraard, want dames gaan voor) even later gevolgd door Jezus. Maria slaat rechtsaf, Jezus linksaf. Een deel van het muziekkorps gaat achter Maria aan, een ander deel achter Jezus. Onder muzikale begeleiding van de Mojácar Band, trekt de begrafenisstoet door de smalle straatjes van Mojácar.
Als alles bij de stadspoort is aangekomen, wordt er gebeden en gezongen, waarna het moment suprême komt: de begrafenisstoet moet onder de stadspoort door. Dat moet een hele toer zijn om daar met die hoge beelden onder door te komen. De mannen zullen diep door de knieën moeten. En uitgerekend dat hebben we niet kunnen zien, omdat het zwart zag van de mensen in zowel de smalle straatjes als bij de stadspoort. Er was geen doorkomen aan. Het zal allemaal wel gelukt zijn, want als we teruglopen naar de kust, horen we in de hoger gelegen straatjes de muziek klinken.
(een deel van) de 15e eeuwse stadspoort waar de zgn. tronos onderdoor moeten
- De vierde en laatste processie is a.s. zondag, 1e Paasdag. Dan wordt de Goede Week afgesloten met de processie van de opstanding.
Naast al die religieuze festiviteiten is Semana Santa ook een vrije week waarin tijd aan familie en vrienden wordt besteed. Dat is niet alleen goed te merken aan de drukte op straat, op het strand, in restaurantjes, op de terrassen enz. maar ook op de camping. Er zijn veel Spaanse gezinnen en groepjes gearriveerd met tenten, caravans en campers. De eigenaars van chiringuitos, strandbarretjes enz. zijn al weken druk in de weer om hun zaakjes op tijd te kunnen openen. Het begin van het seizoen is duidelijk ingeluid. Een groot verschil met de wintermaanden, wanneer er veel gesloten is.
Vrolijke kleurtjes voor een huis
Terug op de camping, ploffen we neer op onze stoelen en doen niets meer. Goede Vrijdag is de warmste dag tot nu toe: 29 graden en een warme zuidenwind. Heerlijk!
Zondag 27 maart: een mooie 1e Paasdag, die wat korter is i.v.m. de ingang van de zomertijd. Omdat het onze laatste zondag is in Mojácar, gaan we eten bij El Deseo. Het is een zachte avond dus we kunnen buiten eten op het terras met zeezicht. Na afloop fietsen we nog even langs El Patio, waar elke zondagavond van 18-20.00 uur live muziek is. De band is net aan het laatste nummer begonnen als wij binnen komen. Het is er minder druk dan vorige week, maar er hangt een goede sfeer.
Bea is de eigenaresse van zowel El Deseo (restaurantje) als El Patio (chiringuito/beach bar). 4 Jaar geleden hebben wij Luna van haar overgenomen. De ouders van Luna wonen nog altijd bij haar, evenals nog 4 andere honden. We nemen afscheid van Bea en fietsen terug naar de camping.
Maandag (28 maart), onze laatste campingdag in Mojácar, staat een beetje in het teken van klussen. De was is gedaan, de camper ziet er weer presentabel uit. in onze ogen althans. Tussen de was- en poetsklussen door pauzeren we veel want het is een prachtige dag. Van een aantal mensen nemen we afscheid, de rest komt morgenvroeg wel. Dat afscheid nemen kost altijd meer tijd dan ons lief is, dus het zal morgen wel laat in de morgen zijn, voordat we eindelijk aan kunnen karren.
Dinsdag 29 maart: traject Mojácar -> Villaricos (36 km.)
De camping is duurder uitgevallen dan we dachten. Bij de prijsafspraak die we 2,5 week hebben gemaakt, zijn we ervan uitgegaan dat de stroom bij de prijs was inbegrepen. Dat blijkt niet het geval te zijn. Michaela is onvermurwbaar en houdt voet bij stuk. Bovenop de met 30% gereduceerde overnachtingsprijs komt € 3,50/dag voor stroom, waardoor we voor die 2,5 week uiteindelijk bijna net zo veel kwijt zijn als voor 1 maand met 50% korting. Beetje balen we hiervan.
Het gedag zeggen verliep vlot, want een aantal mensen was nog niet wakker. Die sturen we wel een mailtje. Gelukkig is Ken een van de vroege vogels en we kunnen o.a. van hem behoorlijk afscheid nemen en hem bedanken voor het lenen van de satellietschotel.
good old Ken
Vervolgens rijden we eerst naar de Lidl in Vera om de voorraad een beetje aan te vullen. Het is schitterend weer en we hebben eigenlijk geen zin om ver te rijden. Zodoende zitten we rond het middaguur al aan de koffie in Villaricos. Er staan 12 campers, een stuk minder dan de laatste keer dat we hier waren toen de campers twee rijen dik en hutjemutje op elkaar stonden.
Gedoogplaats Villaricos met uitzicht op zee
Woensdag 30 maart: traject Villaricos -> La Azohía (89 km.)
Over de mooie kustweg rijden we naar Aguilas, waar we de RM332 nemen naar Mazaron. Deze zeer mooie bergroute door de Sierra de Almenara en de Sierra de las Moreras hebben we al diverse malen gereden naar het zuiden. Nu rijden we hem voor de eerste keer in noordelijke richting. Aan het begin van deze route wordt de motor erg heet, dus zetten we de bus aan de kant en de gevarendriehoek op de vrij smalle weg. Even later stopt een aardige Nederlander, Mick geheten, met zijn camper: een mooie VW LT uit 1983 die hij helemaal zelf heeft gebouwd, zowel de opbouw als het interieur. Hij kampt met hetzelfde probleem en adviseert ons de motor af te laten koelen (dat waren we sowieso al van plan) en daarna door te rijden, want wat moet je in vredesnaam anders doen in dit verlaten gebied.
Een dik half uur later rijden we weer aan, nadat we zekerheidshalve de motorolie hebben aangevuld. Waarschijnlijk was het oliepeil te laag, want we hebben de rest van de rit geen problemen meer gehad met een warm wordende motor. Als we een stuk verder zijn, zien we Mick langs de kant van de weg staan. Hij blijkt geen problemen te hebben, maar wil gewoon een lunchpauze houden en de hond uitlaten. We zeggen dat er bij Ramonete een mooi pauzeplekje is en dan rijdt hij achter ons aan.
We drinken samen koffie, kletsen veel en lang, tot wij het tijd vinden om door te rijden omdat we op zo'n warme dag (ca. 25 graden) niet aan het einde van de middag in La Azohía willen arriveren. Mick kent de plek niet en rijdt achter ons aan. Op de gedoogplek in La Azohía (ca. 20 km. ten zuiden van Cartagena) staan ongeveer 20 campers verspreid over het behoorlijk oplopend terrein. Blokken zijn hard nodig en dan nog staan we bepaald niet waterpas.
aan het eind van de middag wordt het heiïg boven zee maar aan het begin van de avond schijnt de zon mooi op de bergen voor ons
Wat ons tijdens de rit van vandaag overigens weer is opgevallen, is het grote aantal campers dat je her en der ziet staan. Alle verhalen ten spijt, kun je in deze streek toch nog goed vrij staan, hoewel we ook hoorden dat gisteren de campers bij Garrucha zijn weggestuurd.
La Azohía bestaat uit één lange hoofdstraat en een wandelpromenade langs het strand, wat zijstraten met voornamelijk leegstaande tweede- en/of vakantiewoningen, een 5-tal restaurantjes, een Spar supermarktje dat 's ochtends is geopend, een camping die momenteel is gesloten, en dan heb je het zo ongeveer wel gehad. Het doet ons een beetje aan Los Alcazares in het klein denken, o.a. omdat ook hier door het dorp verspreid groepjes campers neer zijn gestreken. In tegenstelling tot LA heb je hier echter overal uitzicht op zee en is het heerlijk rustig (waar wij wel van houden).
geel bloeiende agave een cactusboom in bloei
Vrijdag 1 april: traject La Azohía -> El Campello (156 km.)
Na een tegen storm aangrenzende wind gisteravond en vannacht, vertrekken we uit La Azohía. Mick reist alleen met zijn hond Gaudi en vindt het kennelijk wel gezellig met ons. Hij kent niet zo heel veel plekjes meer omdat hij wegens ziekte 5 jaar lang niet heeft kunnen reizen, dus rijdt hij vandaag weer achter ons aan. Via een wederom mooie bergroute rijden we naar Cartagena. Daar is MienMien het spoor bijster en ik ook. We rijden kriskras door de stad waar nergens een richtingsbord valt te bekennen. Uiteindelijk gokken we als ware pioniers op de stand van de zon en ja hoor, eindelijk zien we een bord waarop de AP30 staat aangegeven. Op naar Carabassi (het natuurgebied bij Santa Pola). Waar we al bang voor waren, blijkt te kloppen: er is een gloednieuw verbodsbord voor campers geplaatst. Vandaar dat er geen enkele camper staat. Weer een mooie plaats die we voortaan kunnen vergeten verdorie. Dan maar 30 km. verder naar El Campello, het alternatief wat we in gedachten hadden. Op de gedoogplek achter het benzinestation zijn nog een paar plekjes vrij in de rij. Aan het eind van de middag staat het vol met minimaal 20 campers. Dit is een ruwe schatting, want we houden de witte schimmel tegenwoordig niet meer zo precies bij.
De gedoogplek is misschien niet de fraaiste (alhoewel het op de foto nog wel wat lijkt), je staat er wel op loopafstand van strand, winkels, restaurants enz. Bij de benzinepomp kun je water halen, dus ook dat is handig. En er is een Orange-winkel waar we ons internettegoed op kunnen laten waarderen. Met de tabacco's hebben we deze keer slechte ervaringen. Vaak kun je daar alleen je telefoonnummer opwaarderen voor mobiele telefoons, maar dat blijkt dan niet te werken voor internet op tablet of laptop. Zo zijn we al 2x de mist ingegaan met opwaarderen.
Vandaag (zaterdag 2 april) was de hoofdstraat voor al het gemotoriseerde verkeer afgesloten. Er was een of andere braderie gaande, niet veel bijzonders. Iets verderop in de straat was een groot podium waar een musical werd opgevoerd. Het zag er leuk uit, de muziek en het gezang klonk ook leuk maar waar het over ging, was me volstrekt onduidelijk. Ik had geen tijd om te blijven kijken, want ik moest voor 14.00 uur de Orange winkel zien te vinden. Die bleek verder weg te zijn dan me was verteld en het was een flinke klim. De terugweg was makkelijker. Inmiddels was de de musical afgelopen en stond er een jongen te zingen op het podium. Zou een geschikte X-Factor kandidaat kunnen zijn. Ik zou Jan en Mick op een terras treffen. Nadat we wat hebben gedronken, zijn we terug naar de camper gegaan en hebben de rest van de middag in de zon zitten lezen.
musicalgezelschap
Zondag 3 april: traject El Campello -> Tavernes de la Valldigna -> Cullera (142 km.)
Het is licht bewokt als we over de N332 noordwaarts rijden naar Tavernes de la Valldigna om Mick af te leveren bij zijn vriend Bram op cp La Finca. We komen o.a. langs Benidorm, in onze ogen een gruwel maar er zijn mensen die zeggen dat het leuk is. Geef ons het echte New York maar.
Beni York
Na Benidorm breekt de zon door en wordt het weer behoorlijk warm. De cp in Tavernes staat stampvol, ook buiten het hek staan een paar campers. Op het uitloopveld zijn nog enkele plaatsen vrij. Weinig keuze, dus dan gaan we daar maar staan. Vroeger stond je op deze plek vrij en was het nog leuk, totdat de witte schimmel uitbrak en het tot een kamp uitgroeide. Nu is het e.e.a. gereguleerd tegen redelijke tarieven en met schoon sanitair etc., maar desondanks vinden wij het niet zo'n leuke plek. In feite zijn het strand en de duinen het enige aantrekkelijke aan deze lokatie.
zo staan we in Taverness met uitzicht op het groeiend aantal auto's, drinkende jongeren en keiharde muziek
Het is de een of andere feestdag in Valencia (San Vicente) en morgen is iedereen vrij en is alles gesloten. In Oliva zagen we een processie en mannen in rode tunieken, die we ook elders zagen. Het parkeerterrein waar wij op uitkijken vanaf de cp is gevuld met auto's. Jongelui staan te zuipen en te dansen op keiharde muziek die uit geluidsboxen in de kofferbakken schalt. Zoiets heet een botellón. Als er aan het einde van de middag steeds meer auto's met jongelui bij komen, de herrie alsmaar toeneemt en volgens Bram (de beheerder van de cp) het feestgedruis wel tot de volgende morgen 6 uur aan kan houden, zeggen wij Tavernes vaarwel en rijden om 17.30 uur naar de gedoogplek in Cullera. We hebben geen zin om de hele nacht wakker te liggen. Ondanks het 50-tal campers dat in Cullera staat, is het daar stil. Anderhalf uur later belt Mick die ook gevlucht is voor de herrie. Hij kan de plek niet vinden. Na wat aanwijzingen, arriveert hij 5 minuten later en staat weer naast ons.
gedoogplek Cullera
Vanwege San Vicente (wat tevens de afsluiting van de Paasvakantie is) hebben de Valencianen vandaag (maandag) weer een vrije dag. Het is wat met al die heiligen in dit katholieke land. Ook de winkels zijn gesloten, maar gelukkig hebben we nog wel wat eten op voorraad (bijv. een lekker gebraden kippetje van de Lidl), dus we hoeven niet van de honger om te komen
Na de koffie is Mick teruggegaan naar Tavernes en blijft daar een aantal dagen om het e.e.a. te regelen, te wassen, te douchen enz. Aan de herrie aldaar schijnt gisteravond rond 22.00 uur een einde te zijn gemaakt nadat de eigenaar van de cp er een 10-tal Bulgaren op af heeft gestuurd, aldus een sms'je van Bram aan Mick. In ieder geval hebben wij uitstekend geslapen.
vissers aan de Rio Xúquer
Het weer is minder dan gisteren. Een flauw zonnetje prikt zo nu en dan door de bewolking en de max. temperatuur is 20 graden. We maken een wandeling langs de monding van de Rio Xúquer waar veel mannen zitten te vissen. Via het strand en de duinen lopen we terug naar de camper. Rond 16.00 uur gaat het regenen en zitten we de rest van de dag binnen.
bloeiende plantjes in de duinen
Dinsdag 5 april: traject Cullera -> Benicàssim (151 km.)
Vanmorgen regent het nog steeds en we vinden het koud. Een goede dag om te rijden. Als we op het punt van vertrek staan, staat Wies aan de camperdeur. Wies en haar man Klaus kennen we van Platja Llarga en af en toe komen we elkaar ergens tegen. Gisteravond zijn zij hier aangekomen. We kletsen een poosje, waarna we naar Benicàssim rijden met de bedoeling om daar te lozen en de watertank te vullen en vervolgens verder te rijden. Inmiddels is het echter droog en we besluiten te blijven om een eind met Luna te gaan wandelen. De pret is echter van korte duur; nog geen half uur later begint het opnieuw te regenen en moeten we rechtsomkeer maken naar de camper. De vooruitzichten voor morgen zijn beter, alhoewel El Tiempo er geregeld naast zit met de voorspellingen. We zien het morgen vanzelf wel.
Rond 15.00 uur is het nog rustig, maar aan het einde van de dag staat het helemaal vol.
Woensdag 6 april: traject Benicàssim ->El Grau de Castellón (14 km.)
Het is droog! Tegen 11.00 uur breekt de zon door en is het meteen weer warm. We rijden het hele eind naar El Grau de Castellón om een dagje aan het palmenpark aan zee door te brengen. We zitten koud aan de (warme) koffie, of de politie komt langs en zegt dat het daar verboden is voor campers, zelfs om overdag te parkeren. Ze verwijzen ons naar het parkeerterrein bij het observatorium. Als we daar aankomen, blijkt het een gloednieuwe cp te zijn die vorige week pas is geopend. De bestrating is nog niet helemaal af. Het is een mooi gelegen gratis plek langs duinen en strand met voorzieningen (goede loosplek, watertappunt, 2 wasbakken, picknicktafels maar geen stroom). Er is plaats voor 20 campers. De plekken zijn echter wel krap bemeten, want er is weinig ruimte tussen de campers.
Als we later op de middag aan de wandel zijn, staan er 2 campers op de parking bij het palmenpark. Tijdens de uitlaatronde van Luna om 23.30 uur staan ze er nog, verdorie. Waarom moesten wij weg en zij niet?
CP Le Grau de Castellón: coördinaten: 39,98001°N 0,02269°O
Donderdag 7 april: traject El Grau de Castellón -> Mont-Roig-del-Camp (171 km.)
Het plan is om naar de Ebro-delta te gaan, maar vanwege een venijnige westenwind laten we dat plan varen en rijden verder naar Miami Playa. Wies & Klaus hebben daar nog niet zo lang geleden gestaan, dus de hoogtebalk die het terrein ontoegankelijk maakt voor campers moet van recente datum zijn. Helaas kunnen we deze plek ook van de lijst schrappen.
Op naar Mont-Roig-del-Camp. We weten dat daar vorig jaar verbodsborden zijn geplaatst, maar we hebben geen zin om nog ver te rijden. Er staan 2 Belgische campers op Platja Pixerota: de ene vertrekt rond 17.00 uur, de andere tegen 20.00 uur. Wij blijven en nemen de gok.
Platja Pixerota in Mont-Roig
Vrijdag 8 april: traject Mont-Roig-del-Camp -> Platja d'Aro (249 km.)
Vanmorgen komt de politie langs en schenkt nauwelijks aandacht aan ons. Mazzel dus. We willen het lot niet tarten en vertrekken. Bovendien is het geen dag om buiten te zitten want het waait nog steeds stevig, hoewel aanzienlijk minder dan gisteren.
Na Tarragona rijden we over de N340 door de mooie wijnstreek Penèdes en nemen de AP-7 om Barcelona heen. Bij Granollers gaan we verder over de C35 - die grotendeels parallel loopt aan de tolweg - naar Sant Feliu de Guixols. Daar wacht ons een grote teleurstelling: het boventerrein is van een hoogtebalk voorzien, waarmee de cp is teruggebracht tot de oorspronkelijke proporties. Vorig jaar hadden we al een sterk vermoeden dat er ingegrepen zou worden gezien het enorme aantal campers, maar op een hoogtebalk hadden we niet gerekend. Eerder hadden we verwacht dat het een betaalplaats zou worden om op die manier ook het aantal langverblijvers terug te dringen. Het benedenterrein staat vol en op het smalle weggetje voor de cp staan ook al 5 campers geparkeerd. Daar passen wij niet tussen, bovendien is onze bus te breed om daar te parkeren. Dan in vredesnaam maar naar Platja d'Aro. Het parkeerterrein aldaar, waar o.a. de loosplek is, is door middel van bloembakken afgesloten en is helemaal leeg. Volgens een bord is die plek van oktober tot maart toegankelijk. Het gevolg is dat iedereen in de naastgelegen straten parkeert, wat toegestaan is maar dan is het toch vreemd dat de loosplek niet toegankelijk is. Af en toe snappen we helemaal niets meer van het beleid t.a.v. campers. Enfin, in de lange straat langs het park(je) zijn nog 3 vrije vakken, dus ergens een geluk bij een ongeluk dat we nog een plekje vinden in het rijtje tussen de pakweg 50 campers. En we dachten er nog wel verstandig aan te doen om op vrijdag naar Sant Feliu te gaan. Goed balen!!
alle parkeervakken zijn bezet.
Wat een afknapper is Platja d'Aro vergeleken met Sant Feliu. Hoewel we hier prima staan, missen we de charme en sfeer van Sant Feliu met zijn leuke straatjes, winkeltjes, tapasbarretjes, restaurantjes, bakkers, slagers, de dagelijkse markt en alles wat dat stadje zo aantrekkelijk maakt. Omdat volgens Metéo France het weer in Frankrijk pas in de loop van volgende week wat stabieler lijkt te worden, blijven we toch nog een paar dagen in Platja d'Aro hangen. Vandaag was het 18 graden en zonnig. Wel stond er een frisse wind.
In het Parc dels Estanys waar we langs staan, staan sculpturen van de kunstenaar Bonaventura Ansón, die kennelijk iets met "ramen" heeft. Volgens de beschrijving schijnt dat een terugkerend thema in zijn werk te zijn. Niet dat we van die kunstkenners zijn, maar als je naar de diverse objecten kijkt zie je er wel iets van de betekenis/bedoeling in.
Pels Forats de la Memòria (1978) Finestra Oberta (1979) Ahir, Avui, Demà... (2013) El Vol (2012) = niet van Ansón
Het is zondag en we willen naar de markt in Sant Feliu, dus we halen de fietsen van het rek. De 6 km. lange fietsroute gaat over een voormalig spoor, hebben we ons laten vertellen. Het is een mooie route over een soort dijkje dat dwars door de velden loopt en een stuk naaldbos om ten slotte in de bebouwde kom van Sant Feliu te eindigen. Er zitten een paar aardige klimmetjes in, die we te voet nemen (ja, ook wij worden een dagje ouder). Om even op adem te komen, drinken we eerst koffie bij La Constancía. Daarna lopen we de markt over. Jan koopt een paar schoenen (hij kan het niet laten) en ik 2 broeken (ben namelijk afgevallen, waar ik niet blij om ben). Tot slot nemen we een kijkje op de cp. Het is ijdele hoop natuurlijk, maar stel dat er nog een plekje vrij is? Niet dus, het staat hutjemutje vol. Op de straat ervoor staan nog steeds campers, maar inmiddels ook op het parkeerterrein van het busstation. We zijn er nu wel van overtuigd dat we deze plek voor de toekomst beter kunnen vergeten, of we moeten héél veel geluk hebben. Triest, maar waar.
het was te verwachten dat er een halt zou worden toegeroepen aan de witte schimmel
Toevallig lazen we ook dat de eerder genoemde Bonaventura Ansón het verlies van de mediterrane cultuur ten gevolge van het massatoerisme in een serie sculpturen tot uitdrukking heeft willen brengen. De man komt uit Tossa de Mar, vlakbij Sant Feliu. Het is misschien een rare gedachtegang, maar wat zal hìj van al die campers vinden?
Op de terugweg naar Platja d'Aro steekt er een stormachtige wind op, maar gelukkig hebben we hem nu in de rug en we hoeven niet meer te klimmen. Als we terug zijn bij de camper, is de politie bezig campers weg te sturen die in de vakken geparkeerd staan waar verbodsborden staan. Er stonden vannacht zeker 70 campers en op een veldje hier vlakbij staan ook nog eens zo'n 20 campers. Waarschijnlijk een gevolg van het gesloten terrein in Sant Feliu.
Maandag wasdag! Na een wandeling over de boulevard, lopen we via het centrum terug en komen toevallig langs een wasserette. De was heeft zich intussen weer aardig opgehoopt, dus gaan we met een zak vuile was achterop de fiets terug naar de wasserette. Terwijl de was draait, drinken we wat bij McDonalds om de tijd met gratis wifi te doden.
Dinsdag 12 april: traject Platja d'Aro -> St. Pierre la Mer (161 km.)
Vandaag verlaten we Spanje. In La Joncquera slaan we nog wat goedkope drank in (voor Jan, want ik mag niet meer voorlopig), gooien de tank vol met diesel en tuffen via de tolweg Frankrijk binnen. Bij Le Boulou gaan we verder over de route national naar Ste Marie la Mer, de woonplaats van Hervé&Junko, Franse kennissen van ons. Van hen hadden we doorgekregen dat er in hun dorp een nieuwe cp is geopend voor € 6,- /24 uur (night4campingcar.com). Wanneer we daar aankomen, vinden we de plek aan een rotonde zó vreselijk, dat we besluiten door te rijden naar Leucate Plage. Zijn we bijna daar, zegt Jan dat hij eigenlijk liever naar Gruissan gaat. Nou, dan rijden we daar toch naartoe. Bij Gruissan staat St. Pierre la Mer aangegeven en dat vindt Jan nòg leuker. Het slot van het liedje is dat we pas om 16.30 uur in St.Pierre la Mer arriveren en de zon inmiddels plaats heeft gemaakt voor bewolking. Het is echter niet koud omdat er weinig wind staat (wat hier niet vaak voorkomt) en we kunnen nog even een frisse neus halen.
Woensdag houden we een rustdag. Het is zonnig en warm (21 graden). Landinwaarts hangen donkere wolken, maar aan de kust is de lucht blauw. Rond 15.00 uur, als we lekker buiten zitten te lezen, zeggen we nog dat we er goed aan hebben gedaan om uit het winderige Spanje te vertrekken. We hebben de woorden amper uitgesproken of het begint hard te waaien. Even later barst er een hevige regen- en hagelbui los. Een bliksemflits en donderklap vormen de grande finale, want daarna is het weer droog en laat de zon zich af en toe weer zien.
als je goed kijkt, zie je een dubbele regenboog (rechts boven)
St. Pierre la Mer stelt op zich niet veel voor. Het is niet meer dan een Frans kustplaatsje met veel te huur of te koop staande vakantieverblijven die momenteel zo goed als leeg staan. Wat wij er leuk aan vinden is de rustige ligging van de cp die omgeven is door mooie natuur en op 500 meter van een breed strand ligt. Grenzend aan de cp ligt het Etang de Pissevaches (het koeienpismeer) waar veel vogels broeden, foerageren en wat vogels zoal meer doen. In de omgeving kun je leuke wandelingen en fietstochtjes maken. Elke dag is er een bescheiden markt, maar zondag is de echte marktdag. En niet onbelangrijk: je kunt hier de lekkere streekwijn Sarlat de Goundy uit de La Clape-streek kopen of zelf tappen. Met andere woorden, we vermaken ons hier prima. Bovendien is het prachtig weer, dus we houden het nog wel een paar dagen vol.
Zondagmorgen zit de wc-vermaler verstopt waardoor de pomp de prut niet meer kan afvoeren. Voordat we naar de markt gaan, moet dat euvel eerst verholpen worden. Tegen de tijd dat Jan de gore klus geklaard heeft en de pomp zijn werk weer doet, is het te laat om nog naar de markt te gaan. Die is namelijk al om 12.30 uur afgelopen. Daarom gaan we een eind wandelen door het Domaine de l'Oustalet, langs de wijngaarden en terug via het naaldbos, waar veel wilde rozemarijn in bloei staat en nog wat plantjes waarvan de naam niet kennen. Ook signaleren we de processierups. (Over de gevaren daarvan zie het verslag Winter 2014-15-deel II, d.d. 5 maart.)
Als we terugkomen bij de camper, staat Henk ineens voor onze neus. We hebben elkaar in San José leren kennen. Vanuit San José is hij februari j.l. op weg gegaan naar Portugal maar vanwege het weer daar, is hij bij Nerja omgedraaid en teruggekeerd naar de Spaanse oostkust. Tijdens de thee (met een koekje erbij) wisselen we ervaringen uit en praten elkaar bij. Net als wij, heeft ook hij op meerdere plaatsen hoogtebalken aangetroffen en heeft ook de indruk dat het vrij staan m.n. ten noorden van Valencia steeds lastiger wordt.
Maandag 18 april: traject St. Pierre la Mer -> Sommières (212 km.)
Na de bewolkte dag van gisteren (maar wel 21 graden), schijnt vandaag de zon weer. Hoewel er gisteren veel Franse camperaars zijn vertrokken, blijft het nog redelijk druk op de camperplaats omdat de Franse kinderen voorjaarsvakantie hebben. Inmiddels hebben we hier lang genoeg gestaan, dus gaan we vandaag een eindje rijden. Het doel is Remoulins. Niet omdat het zo'n bijzonder plaatsje is, maar het ligt gunstig aan de route nationale. Nadeel is dat je daar nogal scheef staat. Daarom besluiten we bij Montpellier naar Sommières te rijden, een middeleeuws stadje waar je mooi aan de rivier de Vidourle kunt staan. Bovendien hoeven we daarvoor niet om te rijden. Hoeft niet, maar het gebeurt wel. Voordat we er erg in hebben zitten we namelijk op de snelweg naar Millau en Clermont Ferrand (eerste foutje). Die willen we niet nemen i.v.m. de lange, steile hellingen waar onze bus moeizaam tegenop komt. Bij de eerste de beste afslag keren we terug richting Montpellier en komen in de stad terecht (tweede foutje). Het zit nog steeds niet in ons systeem om MienMien in te schakelen, pas als het fout gaat denken we eraan. Het is onze reddende engel, want na ruim een half uur zijn we de stad weer uit, waarna de rit voorspoedig verloopt en we zonder problemen onze weg naar Sommières weten te vinden. In tegenstelling tot vorig jaar 7 april toen we hier stonden en bomen en struiken nog behoorlijk kaal waren, zit er nu fris groen blad aan de bomen, staan veel struiken en planten in bloei en ziet het er heel anders uit.
i.t.t. vorig jaar hebben we nu geen vrij zicht op de rivier
Wanneer we na een zeer koude nacht opstaan, is het slechts 7 graden in de camper. We doen snel de gordijnen open om de zon binnen te laten, waarna het in no time warm is. Buiten loopt de temperatuur ook snel op naar 23 graden. Ondanks de mistral die met rukwinden van ca. 45 km./uur gepaard gaat, is het bloedheet in de zon en uit de wind. Voor de middag slenteren we door het sfeervolle oude stadje, waar het in de smalle straatjes aan de frisse kant is omdat de zon daar niet kan komen.
Na de lunch in de camper, ga ik naar de wasserette, waar ik gezellig aan de praat raak met een Marokkaans echtpaar dat hier woont. Aardige mensen, daar niet van, maar het is te mooi weer om binnen te zitten. Als de schone was gevouwen en wel in het boodschappenkarretje zit, weet ik met moeite het gesprek te beëindigen en weg te komen. Nadat we een uurtje in de zon hebben zitten lezen, de wind is inmiddels gaan liggen, gaan we een eindje langs de rivier lopen. Op een gegeven moment zien we allemaal roestige cylinders staan van 5 meter hoog. We tellen er 74. Als we het goed hebben begrepen, is het een soort monument ter herinnering aan 2002, het jaar waarin de Vidourle buiten haar oevers is getreden en het water een hoogte van 5 meter heeft bereikt en het omringende land onder water heeft gezet. De 74 roestpalen zouden de bomen moeten symboliseren die door het wassende water verloren zijn gegaan.
74 roestpalen van 5 meter hoog (rechts met Sommières op de achtergrond)
En dan is het woensdag al weer zo'n mooie dag. Er hangt wat sluierbewolking, de wind is naar het zuiden gedraaid en het wordt wederom 23 graden. Zonde om te gaan rijden, te meer daar de vooruitzichten voor de rest van de week wat minder zijn (volgens Metéo France althans), dus profiteren we er nog even van. Op een wandeling langs de andere kant van de rivier na, hebben we alleen maar geluierd.
de belfroi en de voornaamste toegangspoort tot de middeleeuwse stad de Romeinse brug uit de 1e eeuw
dagelijks drinken we een kop koffie op een van de terrasjes
Donderdag 21 april: traject Sommières -> Viviers (141 km.)
Goed dat we gisteren nog een dag van het mooie weer hebben genoten want vooralsnog klopt de weersvoorspelling: het is bewolkt, wel droog en 19 graden. We rijden door/langs de Cévennes, een mooi heuvelachtig landschap met veel wijngaarden, naar Bagnols-sur-Cèze. Het aspergeseizoen is begonnen. Onderweg zien we diverse kramen met aanbiedingen variërend van € 2,99 tot € 6,- per kilo. Het prijsverschil zal ongetwijfeld met de kwaliteit te maken hebben, maar ze zijn aanzienlijk goedkoper dan in Nederland. Na een korte pauze op de cp in Bagnols-sur-Cèze waar we gelijk even lozen, rijden we naar Viviers (Ardèche). Daar parkeren we op een busparking aan de Rhône, vlakbij de oude cp die enkele jaren geleden is opgeheven De nieuwe camperplek is een voormalige camping, waar wij het niet leuk vinden staan tussen hoge hagen zonder uitzicht. Tot een uur of acht staan we helemaal alleen, dan komen er nog 2 Franse campers op het naastgelegen terrein erbij.
de gedoogplek aan de Rhône
Viviers is een mooi oud Rhônestadje. De grote attractie van het kleine stadje is de kathedraal die boven het dorp uitrijst en de steegjeswijk eromheen. Als wij door de smalle straatjes lopen, ligt alles er verlaten bij. Op een enkele bakker en slager/traîteur na, zijn er nauwelijks winkels. Het bruist niet bepaald van het leven in Viviers.
de kathedraal van Viviers
Vrijdag 22 april: traject Viviers -> Villars les Dombes (213 km.)
Vandaag weer een stukje noorderlijker. Ja, we zijn duidelijk op weg naar huis, alhoewel we geen haast maken zolang het weer goed is. En dat is het vandaag. We rijden over de N7 naar Lyon, een overwegend saaie route met veel bedrijfsterreinen langs de weg en weinig of geen leuke dorpjes. In de omgeving van Tain l'Hermitage wordt het landschap aantrekkelijker. In Laveyron (St.Vallier) houden we een pauze. Het is een bekend plekje voor ons omdat we hier in het verleden regelmatig hebben overnacht. Je kon pal aan de Rhône staan maar tegenwoordig is het een fraai aangelegd park met wandel- en fietspaden, oplaadpunten voor elektrische auto's, een restaurantje enz. Met de camper kom je echter niet verder dan het parkeerterreintje langs de weg.
Bij Lyon kiezen we voor de noordoostelijke route naar Villars les Dombes. Bij het vogelpark staan zoals gebruikelijk de nodige campers. Het is en blijft een prima overnachtingsplek. We staan koud een half uur geparkeerd of er komt een Duitse Euramobil langszij rijden. Twee lachende mensen achter het raam. Opeens herkennen we ze en gebaren 5x. Dat zit zo: een paar dagen geleden werden we in Sommières aangesproken door dit stel dat vertelde ons voor de 4e keer te signaleren. 1) Cullera, 2) El Grau de Castellon, 4) Sommières, maar de 3e keer wisten ze niet meer. Wij hadden geen flauw idee wie deze mensen waren. Na enige graafwerk in ons geheugen bleek de 3e keer Platja d'Aro te zijn geweest. Tja, en dan nu voor de 5e keer in Villars les Dombes. Wat wordt jullie volgende stop, willen ze weten. Dat blijft een verrassing, reageren we.
om 16.00 uur schijnt de zon nog, maar aan het begin van de avond regent het behoorlijk
De zgn. Baie de Cuba (foto genomen door de ruit bij de ingang naar het park)
Zaterdag 23 april: traject Villars-les-Dombes -> Thaon-les-Vosges (338 km.)
Gisteren hadden we ons voorgenomen om vandaag eindelijk eens het vogelpark te gaan bezoeken, maar gezien het weer laten we dat voornemen varen en stellen ons tevreden met de ooievaar die vanmorgen vroeg over het inmiddels verlaten parkeerterrein wandelt (foto onder).
Regen, regen en nog eens regen! Rond het middaguur is het 13 graden. Geen weer om in een rustige omgeving aan een meer te gaan staan, wat we aanvankelijk van plan waren. Met de kachel aan rijden we verder langs de Jura naar de Vogezen. Het landschap ziet er fris en groen uit, maar dat is niet verwonderlijk met die nattigheid. We zien opvallend veel Nederlandse campers zuidwaarts gaan. Zoveel zijn we er nog niet eerder tegengekomen.
het gele koolzaad steekt mooi af tegen het frisse groen. Met de zon erbij zou het mooier zijn geweest.
Om 16.00 uur houden we het in Thaon-les-Vosges voor gezien. Een uurtje later is het zo waar droog en kunnen we even een klein ommetje met Luna maken. De vooruitzichten voor de komende dagen zijn niet florissant. Jammer, want we willen eigenlijk nog een weekje van huis blijven. Enfin, morgen zien we wel verder.
gratis cp Thaon-les-Vosges (met voorzieningen)
Na 3 rijdagen zijn we wel aan een rustdag toe. Niet dat het weer uitnodigt om de zondag in Thaon-les-Vosges door te brengen of dat er wat te beleven valt, want het is er dodelijk saai. Het is echter wel praktisch de hele dag droog en af en toe piept de zon even tussen de wolken door. Voor het eerst doen we weer sokken en een trui aan want het is slechts een graad of 8 à 9. De cp ligt aan een kanaal dat parallel loopt aan de Moezel. We wandelen zo'n anderhalf uur langs het kanaal met sluisjes, waar we even kijken naar een plezierjacht uit Zwitserland dat langs komt varen. De rest van de dag zitten we binnen met het kacheltje aan.
Maandag 25 april: traject Thaon-les-Vosges -> Han-sur-Lesse (295 km.)
Vannacht was het èèn graad boven nul. Uit veiligheidsoverwegingen laten wij 's nachts de gaskachel niet branden. Ondanks de extra fleeceplaid op het dekbed, hebben we met sokken aan geslapen. Wel schone!
Het is bar en boos weer. Regen, natte sneeuw en een temperatuur die we zelfs op de heenweg in december niet hebben meegemaakt. We gaan naar huis!
Bij Metz begint het lampje van de dynamo weer te branden. Weer, want in Marokko is dat ook een paar keer voorgekomen. Door het geschud trilde het draadje steeds los, totdat Jan het met een speciale lijm die ook stroom geleid, vast heeft gezet. Sindsdien hebben we daar geen last meer van gehad. Tot vandaag. De accu's lopen hard leeg, dus alle stroomverbruikers gaan uit, zoals de cabinekachel, de verlichting en de ruitenwissers (zo veel als mogelijk want het plenst). Bij een benzinepomp het draadje vastgezet en verlichting, kachel en ruitenwissers kunnen weer aan. Tot in Luxemburg het draadje weer los trilt. Zelfde procedure en we rijden verder naar Han-sur-Lesse, onze laatste stop van de reis.
cp Han-sur-Lesse (€ 9,- incl. stroom en service - laagseizoenprijs)
Na een maand zonder stroom van de wal te hebben gebruikt, rollen we nu het snoer uit want stroom zit nu eenmaal bij de prijs inbegrepen. Het elektrische kacheltje kan weer eens aan en we halen de stofzuiger door de camper, wat na een paar dagen hard nodig is. Han-sur-Lesse is vaak onze laatste stop omdat we hier goed kunnen lozen en we met een lege vuilwatertank thuis willen komen. Ook zoeken we hier de spullen bij elkaar die per se mee naar huis moeten (etenswaren, vuile was, kleding, hondenspullen, laptops etc.) zodat we bij de stalling het e.e.a. direct over kunnen laden in de personenwagen. En ter afsluiting van de reis gaan we hier altijd biefstuk eten. Vandaag echter niet. Er is vorig jaar een nieuw Chinees restaurant geopend en daar hadden we nu meer zin in. Geen goedkope Chinees trouwens, maar wel erg lekker.
Dinsdag 26 april: traject Han-sur-Lesse -> Hei- en Boeicop (266 km.)
Nog nooit in april in de sneeuw gereden.
Het laatste traject zit erop. Na ruim 4 maanden onderweg te zijn geweest, zijn we thuis en staat de camper weer op stal. We kunnen terugkijken op een mooi reisje met als hoogtepunt toch wel Marokko. De afgelopen vier maanden zijn we zonder noemenswaardige problemen doorgekomen.
1) het verlies van de schotel bij Burgos
2) het los trillende dynamodraadje in Marokko en Frankrijk
3) de klapband in Marokko
4) piepende remmen ten gevolge van het vele remmen en stof in Marokko
5) los getrilde steunbalk van de accubak in San José
6) een van de 6 cylinders die bij lage toeren bergopwaarts niet meewerkt
7) de verstopte wc-vermaler in St. Pierre-la-Mer
zijn nu eenmaal dingen die voor kunnen komen en waar Jan zeker een compliment voor verdient aangezien hij de meeste problemen op heeft weten te lossen. Ook petje af voor de manier waarop hij ons bijna 9000 km. rond heeft gereden onder niet altijd eenvoudige omstandigheden. Niet iedereen beseft dat het rijden met een 6,5 tonner zonder stuurbekrachtiging de nodige rijvaardigheid vereist. Het 8e probleem kan hij helaas niet verhelpen. Daarvoor gaan we z.s.m. een kennismakingsbezoekje afleggen aan de huisarts die we na de verhuizing van 2½ jaar geleden nog nooit hebben gezien.
Wat we vaak hebben gemist is
Dan gaan we nu eindelijk weer eens TV-kijken en een glaasje druivensap - i.p.v. wijn - tot ons nemen.
Iedereen bedankt voor het meelezen, de getoonde belangstelling en wie weet, tot een volgende keer! In het bijzonder een bedankje aan Ineke voor de goede zorgen en de prachtige bloemen, wijn en slingers (ha, ha) die de thuiskomst bijzonder prettig maakten.
'
Maak jouw eigen website met JouwWeb