Winter 2012-2013

 

 

Woensdag 28 november: traject: Lexmond à Doullens (329 km.)

Het plan is om via West-Frankrijk naar de Spaanse grens te rijden. Daar beslissen we a.d.h.v. de weersvooruitzichten of we doorrijden naar Extremadura en de Algarve, of doorsteken naar de Spaanse oostkust en daarvandaan afzakken naar het zuiden. Tolwegen vermijden we als het even kan. De consequentie is wel dat we gemiddeld slechts 70 km. per uur afleggen, dus echt hard opschieten doen we niet. En ach, wat maakt 1 dag meer of minder uit op een paar maanden.

De zon schijnt als we van huis vertrekken. Na Antwerpen wordt het wat bewolkt, even later gevolgd door een buitje. Als we in Doullens (Val d’Authie in Picardie) aankomen is het 4˚C en regent het bijna onophoudelijk.

De 1e dag is altijd weer spannend als je voor langere tijd van huis gaat . Zijn we niks vergeten, werkt alles naar behoren, enz. Maar als je dan zo’n 1e avond in je hutje zit, glaasje wijn erbij, snorrend kacheltje, dan is alle vertrekstress snel verdwenen.

 

De CP ligt bij het busstation, pal langs de N25, dus wel veel verkeersgeluiden. Aangezien het gratis is, klagen we echter niet.

  

Donderdag 29 november: traject: Doullens à Broglie (237 km.)

De dag begint met het goede nieuws dat Danielle en Michiel de trotse ouders zijn geworden van Julian.

In Doullens geprobeerd de Franse dongel op te waarderen, maar na van het kastje naar de muur te zijn gestuurd en iedereen het “très désolé” vond, de moed opgegeven.

Op weg naar Alençon, ons einddoel voor vandaag. In Rouen is de afslag Le Mans afgesloten. Helaas hebben de Fransen verzuimd om een alternatieve route aan te geven, waardoor we via allerlei omwegen uiteindelijk op de goede weg uitkomen. Dit levert zo veel vertraging op, dat we het om 15.00 uur spuugzat zijn en naar de CP in Broglie rijden. Daar staat helemaal niemand. Volgens de man die de € 5,- komt innen stond er niemand vanwege de kou. Dat laatste klopte wel, want vroeg in de avond liep het al tegen het vriespunt.

 

Vrijdag 30 november: traject: Broglie à Ste.-Maure-de-Touraine (276 km.)

Het ijs staat op de ramen als we wakker worden en buiten is alles wit van de rijp. Mooi om een foto te maken. Kennelijk had het fototoestel ook last van de kou, want het weigerde elke dienst. Onderweg naar Ste.-Maure-de-Touraine af en toe dichte mistflarden in de hoger gelegen heuvels, maar ook regelmatig zon. Prettig weer om te rijden, al blijft het wel koud.

We hadden niet verwacht andere campers op de CP aan te treffen, maar toch staan we er met 6 campers. De CP heeft gratis wifi en levert brood op bestelling.

  St.-Maure-de-Touraine(foto genomen in juni)

 

Zaterdag 1 december: traject: Ste.-Maure-de-Touraine  à Contis Plage (444 km.)

In de mist vertrekken we verder zuidwaarts. Rond het middaguur is het nog altijd maar 1˚C, zien we op diverse thermometers. Op de rondweg van Poitiers moeten we een noodstop maken: terwijl we afremmen voor het oranje stoplicht, snijdt een of andere idiote Fransman ons de weg af pal voor het stoplicht dat juist op rood springt. Er vliegt van alles door de camper, maar de schade blijft beperkt tot 1 gebroken glas (ons Griekse glaasje, eerlijk gepikt in Griekenland in 1990). Van de schrik zien we de afslag Angoulême over het hoofd en rijden we westwaarts i.p.v. zuidwaarts. We draaien om tot we weer op de goede weg zitten en rijden door tot Contis Plage. De slagboom van de CP staat open, dus geen € 11,- betalen zoals in het seizoen. De voorzieningen werken wel, dus ook nog eens gratis stroom.

Zondag houden we een rustdag. Met het elektrisch kacheltje erbij is het goed uit te houden hier. Tussen de buien door, maken we een lange strandwandeling met Luna. Er was niemand op het strand te zien. De oceaan ging tekeer, spectaculair hoge golven, altijd weer spannend met dit ruige weer. ’s Zomers kun je hier over de hoofden lopen, nu was het helemaal verlaten. Een aparte ervaring.

 CP Contis Plage (gezien vanaf de duinen)    

 

Maandag 3 december: traject: Contis Plage à Anglet/Biarritz (124 km.)

Het is gedaan met de gratis stroom. De gemeentemannen komen de picknicktafels ophalen en sluiten de stroompalen af. Wel kun je aan de zuil opladen, water innemen en lozen. Dat doen we dan ook, waarna we op weg gaan richting de Spaanse grens. Vandaag willen we doorrijden naar Miranda de Ebro.We houden een lunchstop op de CP in Capbreton, waar ook alles is afgesloten en het een verlaten boel is. We merken al een paar dagen dat de voorremmen blijven hangen. Telkens als we een poosje hebben gereden ruiken we een schroeilucht. Nu weer. De banden en trommels zijn gloeiend heet. In augustus hebben we bij onze garage de remmen laten reviseren en zouden de remvoeringen zijn vernieuwd. Na lang zoeken en vragen, vinden we in Bayonne een Iveco-garage. We worden direct geholpen. Het scharnierpunt van de remschoenen was te strak aangedraaid, waardoor de schoen niet meer los komt van de trommel. Ook blijkt dat de remvoeringen niet zijn vernieuwd. Na een goed uur is rechts voor hersteld. Omdat het al laat is, spreken we af om de volgende morgen terug te komen voor het linker voorwiel. In de storm en regen rijden we naar de CP in Anglet/Biarritz (Parking des Corsaires aan de Boulevard des Plages). Kunnen we meteen testen of de reparatie rechts voor goed is uitgevoerd.

   

 

 

Dinsdag 4 december: Anglet à Bayonne à Anglet

Om 9.30 uur zijn we volgens afspraak weer bij de garage. Een uurtje later lijkt het klusje geklaard te zijn, maar de monteur krijgt het wiel er niet goed op. Blijkt dat de remcilinder niet gangbaar is en uit blijft staan. Nadat hij deze heeft gedemonteerd, schoon en gangbaar heeft gemaakt, kan de boel weer in elkaar. Na het maken van een proefritje, blijkt de MD tijdens het remmen naar rechts te trekken, wat weer wordt veroorzaakt door de versleten remvoeringen links voor. Eigenlijk moeten er nieuwe remvoeringen op de schoenen, maar dat doen we als we thuis zijn. Voor alle zekerheid de Iveco-garage thuis een boos mailtje gestuurd, dat we een hartig woordje met ze willen spreken wanneer we weer thuis zijn. Overigens alle lof voor de hulp van deze garage. We zijn direct geholpen, de monteur was een zeer bekwame (weliswaar onverstaanbare) vakman.

Het is inmiddels 15.00 uur en te laat om nog naar Spanje te rijden. € 353,- armer, rijden we terug naar de CP in Anglet en het pokkenweer.

 

Woensdag 5 december:  traject: Anglet à St. Martory (273 km)

We zijn de kou, regen- en hagelbuien meer dan zat. De weersvooruitzichten voor West-Spanje en Portugal zijn vooralsnog niet best. El Tiempo toont uitsluitend zonnetjes in Oost-Spanje, dus besluiten we via de noordkant van de Pyreneeёn naar Oost-Frankrijk te rijden en via de oostkust van Spanje naar het zuiden af te zakken. Eigenlijk baal ik hier een wel een beetje van, want zo komen we nooit in de Algarve en Extremadura, ben ik bang. In de stromende regen komen we aan in St. Martory, een aardig plaatsje aan de Garonne. Het is geen officiёle CP, maar een parkeerterrein met loosmogelijkheid, water en een publiek WC-gebouwtje.

’s Avonds halen we pizza, die met veel liefde wordt bereid door twee Franse dames.

   

 CP in St. Martory 

 

Donderdag 6 december: traject:  St. Martory à Gruissan (245 km.)

Over de gratis autoroute rijden we naar Toulouse, om daarna weer via de RN naar Narbonne te rijden. We komen door plaatsjes langs het Canal du Midi, waar Gon en ik in mei j.l. hebben gefietst. Leuke herinneringen komen weer boven. Bij de Obelisque Paul Riquet in Seouil de Naurouze (zie foto hieronder) houden we een lunchstop. 

Inmiddels schijnt de zon volop. Alles ziet er weer wat rooskleuriger uit. Ook ons humeur, wat de afgelopen dagen naar een dieptepunt was gezakt, knapt weer op. De CP (4 Vents) in Gruissan staat aardig vol. Misschien ook omdat het nu gratis is. Voor de verandering staat er hier eens geen wind, zodat het nog even lekker is om buiten te zijn.

 

Vrijdag 7 december: traject: Gruissan à San Feliu des Guixols (221 km.)

Bij Le Perthus nemen we even de tolweg om de steile straat en het winkelend publiek (en vaak dubbel geparkeerde auto’s) te vermijden. Na de grens gaan we er bij de eerste afslag weer af. 

Op de CP in San Feliu gaan we op het veldje boven staan, omdat we liever niet in een rijtje op elkaar staan. ’s Avonds natuurlijk even naar La Constancia om koffie te drinken, nadat we een eerst een hapje hebben gegeten in de stad. Bij de Vodafone-winkel het Spaanse dongeltje weer opgewaardeerd (tarieven zijn onveranderd), dus we zijn weer helemaal klaar voor het Spaanse avontuur Lachen.

Het is al ca. 23 jaar geleden dat we hier per toeval terecht zijn gekomen, toen we de Chevy nog hadden. Op de een of andere manier verveelt dit charmante, stijlvolle plaatsje ons nog steeds niet. Zondags is er een leuke markt (foto's hieronder), waar veel Spanjaarden op af komen. Dan bruist het stadje van het leven. Sinds de CP hier zo’n 2 jaar geleden is gekomen, is het er in de weekeinden druk bevolkt met Spaanse camperaars, die zondags weer vertrekken. Het is daarom raadzaam om hier voor het weekeinde te zijn, want erg ruim is de CP niet.

   

Hoewel de nachten koud zijn (nachtvorst) is het overdag zonnig. Voor het eerst in T-shirt buiten koffie kunnen drinken. Het vakantiegevoel komt eraan!

   

Porta Ferrada (10e eeuw) en Benedictijnerklooster en kerk (13e eeuw)

 

Maandag 10 december: traject San Feliu à Platja Llarga (211 km.)

Hoewel we het wel redden met water enz. gooien we toch de tank vol en lozen. Stel dat de mussen dood vallen van het dak in Platja Llarga, dan kunnen we daar een poosje blijven staan, zonder ingewikkeld te moeten doen met emmertjes aftappen enz. Ook gaan we bij de Mercadona nog flink voorraad inslaan, zodat we het een paar dagen kunnen uitzingen. In Platja Llarga staan al 5 campers. Later komen er nog 4 bij, waaronder Engelsen die ons herkenden van november 2009, toen we hier ook stonden. Ze wisten nog dat we een Border Collie (Joris) hadden, waarschijnlijk omdat ze er zelf een hebben. Als we herkend worden, is het aan de hond of aan de MD. Maken we zo weinig indruk?

    

  

Een hop gespot (zoekplaatje) 

Vorige winter voor het eerst hier gezien. Toen stonden de paaltjes er dus nog niet. Mooie vogel!

In het voorjaar zijn er stukken duin met paaljes afgezet om de inheemse planten en grassen die kapot gelopen en gereden werden, te behouden. Was het vorig jaar nog kaal, nu ziet het er al weer een stuk groener uit.

We blijven hier tot donderdag. Dinsdag was een mooie dag, niet bloedheet, maar warm genoeg om uit de wind een boek te lezen en een forse strandwandeling te maken.

 

Donderdag 13 december: traject Platja Llarga --> Peñiscola (166 km.)

Nadat we bij de Mercadona in Peñiscola boodschappen hebben gedaan, rijden we naar CP La Mercera. Het hek is dicht en het terrein verlaten. Om onbekende reden is hij dus gesloten. Op La Volta kunnen wij niet staan met al die lage boompjes, dus gaan we aan de boulevard staan en houden er rekening mee weggestuurd te worden. En ja hoor, om 18.30 uur komt de politie: het is verboden om en primera linea te overnachten. Wel mogen we en segunda linea gaan staan, d.w.z. achter de bebouwing. Nadat het kenteken is genoteerd, rijden we naar het parkeerterrein achter camping Eden (mocht van de politie, alhoewel daar borden stonden dat het verboden was). Vroeger was het hier een gribus, maar vorig jaar is het parkeerterrein drastisch opgeknapt. Het is verhard, er zijn boompjes aangeplant, er loopt een wandelpad langs. Al met al een prima plek.

     

 

Vrijdag 14 december: traject Peñiscola --> El Saler (174 km.)

Hans en Anja staan al bijna een week ten zuiden van El Saler op een mooie plek. Daar gaan we vandaag een kijkje nemen. Onderweg lozen we bij de serviceplek aan de N340 bij Benicasim. Het is een officiele plek waar je max. 72 uur mag staan, maar erg gezellig is het niet zo pal langs de weg.

 Serviceplek bij Benicasim

We rijden dwars door Valencia. Prachtige gebouwen trekken aan ons voorbij, maar door de enorme verkeersdrukte kunnen we er niet veel aandacht aan schenken. We vinden de overnachtingsplek betrekkelijk snel. Het is een parkeerterrein met stranddouches en een put om te lozen, gelegen naast Hotel Sidi Saler in het Parque Natural dÁlbufera. Vanaf het strand, Playa de Garrofera, kun je de futuristische schelp (waar het zee-aquarium gehuisvest is) in Valencia zien. Net als bij Platja Llarga liggen ook hier enorme zeeschepen voor de kust te wachten om de haven van Valencia binnen te varen. Het is zo'n mooie plek dat we besluiten het weekeinde te blijven. 

 Playa de la Garrofera

 

Zaterdag gaan we met zijn vieren naar de Carrefour in Valencia, o.a. om een nieuw mobieltje te kopen. Vorige week heeft Luna Jan zijn mobieltje kapot gevreten in een onbewaakt moment (de 3e dit jaar). De weg is smal en loopt dwars door de lagunes waarin rijst wordt verbouwd en waarin hele kolonies aalscholvers en witte reigers verblijven. Na terugkeer zitten we lekker buiten in het zonnetje en doen verder niks.

Zondag idem dito, alleen maken we dan wel een mooie wandeling rondom het binnenmeer, ook een lagune, en door de bossen.

 

 

Maandag 17 december: traject El Saler --> San Juan d'Alacant (175 km.)

In San Juan staat al een 4-tal campers (3 NL-ers en 1 Duitser). Het is een beetje een Nederlandse kolonie met ons erbij. Normaal is het hier niet zo druk. Dit is een van onze vaste stekkies, die we meestal zowel op de heen- als op de terugreis aandoen sinds we overwinteren. De eerste keer zijn we hier al weer zo'n 23 jaar geleden geweest, toen we regelmatig tijdens de kerstvakantie voor 2 weken naar Spanje gingen. Dinsdag komen er nog eens 2 campers bij. 8 Campers op dit terrein is te veel. Kennissen die hier wonen schrokken er ook van en zagen het somber voor ons in. Enfin, we zien wel wat de politie doet, we hebben een alternatief in geval van nood. Het is in ieder geval schitterend weer. Voor de eerste keer in korte broeken en hempjes op het strand kunnen zitten. Dat kunnen ze ons niet meer afpakken. Trouwens sinds afgelopen vrijdag hebben we geen kacheltje meer nodig gehad.

Niet weggestuurd. De politie rijdt dagelijks over de boulevard en groet vriendelijk. We blijven hier een paar dagen hangen want het weer is goed, strand voor de deur, winkels en restaurantjes dichtbij. Wat wil een mens nog meer?

 

 

Vrijdag 21 december: traject San Juan --> Santa Pola, Platja Carabassi (30 km.)

Eigenlijk wilden we gisteren uit San Juan vertrekken, maar vanwege het mooie weer er nog een dag aangeplakt. Vandaag een stukje verder gereden. Het was een hele reis, wel 30 km. naar Platja Carabassi , een mooi natuurgebied halverwege Elche en Santa Pola. Op 1 Duitser na, staan ook hier weer veel NL-ers. Dat hebben we eigenlijk nog nooit eerder meegemaakt. Het plan is om het weekeinde hier te blijven en daarna verder zuidwaarts te gaan. Het belooft een mooi weekeinde te worden en hier kun je lekker in de zon zitten bij de camper of op het strand. We reizen nog steeds met Hans en Anja op. Begin januari steken zij over naar Marokko. Het is niet gelukt om Jan over te halen om ook daarheen te gaan. Hij wil in Mojacar de remmen (laten) nakijken en geen risico nemen. Bovendien zouden we totaal onvoorbereid gaan, wat aan de ene kant ook wel weer spannend is. Enfin, een ander jaar misschien.  

   

 

 

Maandag 24 december: traject Platja Carabassi -> Villaricos (225 km.)

Hoewel het een schitterende dag is, eigenlijk te mooi om te gaan rijden, vertrekken we toch. We rijden langs de salinas van Santa Pola met flamingo's en sternen, naar camping La Marina. Daar kun je voor 4 euro lozen en water tanken. Vervolgens op naar de Mercadona in Guardamar. Een ramp, want net als in NL is het ook daar een gekkenhuis met kerstinkopende mensen. Enfin, we hebben weer te eten voor een paar dagen en rijden langs de Sierra de la Almenara (prachtige bergroute van Cartagena naar Aguilas) door naar Bolnuevo. Daar kun je niet meer staan. De parkeerhavens zijn omgetoverd tot een wandelboulevard. Jammer, want het is een uniek strandje waar je zowel de zon kunt zien opkomen als ondergaan. Het restaurantje van Jacky, de inmiddels overleden Frans-Canadese restauranthouder, heeft een metamorfose ondergaan en ziet er bijzonder verzorgd uit. We rijden door naar Puerto Rey/Vera Playa, maar als we bij Villaricos komen, besluiten we daar te gaan staan. Er staat een zestal campers. Villaricos is een aardig plaatsje waar zondags een reuze leuke markt is. We staan aan het strand en kijken uit op het haventje. 's Avonds zien we Mojacar mooi verlicht in de bergen liggen. De stal roept, maar we proberen het nog even uit te stellen om daarnaartoe te gaan.

   

Eerste kerstdag (bewolkte en frisse dag) wandelen we in de omgeving en door het dorpje. Bij El Gato drinken we koffie op het terras, dat stampvol zit met van tapas genietende Spanjaarden. Hier gelukkig geen overdreven kersttoestanden. 's Avonds borrelen we met Hans en Anja en gaan we erg laat naar bed.

 

Woensdag 26 december: traject(je) Villaricos -> Vera Playa (6 km.)

Hans en Anja vertrekken vandaag richting Calahonda. We hebben het leuk gehad met zijn vieren, ieder ging zijn eigen gang, af en toe wat samen gedronken (gisteravond iets meer dan wat, waardoor we ons vandaag allesbehalve fit voelen)

Wij rijden ook aan. 6 Kilometer verder en 10 minuten later, komen we in Vera Playa (Puerto Rey). Er staat helemaal niemand, wat we vreemd vinden want er staan hier altijd wel een paar campers. Later op de middag schuift er nog een Engelse camper aan. Het was een warme dag. Niet meer gedaan dan in korte broek in de zon gezeten en wat gelezen. Godzijdank kennen ze hier geen 2e kerstdag en is het een dag als alle andere.

   

Vera Playa                                                                                          Salinas Vera Playa

Donderdagmiddag ga ik boodschappen doen bij de Consum en besluit door te fietsen om de nieuwe camperplek te gaan bekijken, Oasis al Mar, die hier in de buurt moet zijn. Het was een aardige klim en juist toen ik het op wilde geven, zag ik bij een rotonde camperbordjes staan. Het is een mooi gelegen, rustige plek met prachtig uitzicht op de Sierra Cabreras. Het stond aardig vol met Duitsers. Het nadeel was dat je in rijtjes stond met zo'n 2 meter afstand tussen de campers. Op de site leek het alsof je ruimer kon staan. Er zijn geen winkels in de buurt, dus om boodschappen te doen moet je de bus, fiets of welk vervoermiddel dan ook nemen. 

  

Zaterdag 29 december: trajectje Vera Play -> Mojacar (14 km.)

Het is weer een lange tocht vandaag Wenkbrauw ophalen. We maken zelfs een omweg om in Vera bij de Mercadona boodschappen te gaan doen, waarna we doorrijden naar camping El Cantal in Mojácar. Er is een slagboom bij de ingang geplaatst en als we Michaela hebben gevonden kunnen we het terrein op. Het is er erg stil, dus we kunnen een best plaatsje bemachtigen. Lekker ruim, maar dat is hier meestal het geval.  's Winters worden er geen plaatsen toebedeeld en kun je rustig 2 of 3 plaatsen in beslag nemen, zodat je nooit op elkaars lip zit. Wel hebben we wat takken van de Eucalyptusbomen moeten verwijderen om onder de bomen te kunnen komen. Geeft gelijk ook wat meer licht en zon binnen.

   

een kijkje op de camping en het zgn. luifeluitzicht (onze achtertuin) 

 

Inmiddels zijn we ruim 1 maand onderweg, hebben we exact 3194 km. afgelegd en slechts 9 euro aan overnachtingskosten uitgegeven. 

Oudejaarsavond: volgens de Spaanse traditie neem je tijdens het aftellen naar het nieuwe jaar bij elke klokslag een druif in waarna je om klokslag 24.00 uur proost op het nieuwe jaar. Vandaar dat je in de winkels/supermarkten glaasjes ziet staan met 12 druiven erin. Het rode ondergoed dat tegen oud en nieuw overal op markten te koop is en dat (echt)paren traditioneel aan elkaar schenkt, schijnt ook geluk te brengen, al lijkt het eerder een manier om het liefdesleven wat vuur in te blazen Verrast. Wij volgen de Nederlandse traditie en kijken naar de oudejaarsconference, dit jaar met Erik van Muiswinkel c.s.  

Driekoningen: Balthasar, Caspar en Melchior zijn zaterdagavond 5 januari in de haven van Garrucha aangekomen. Voor Spaanse kinderen is Driekoningen hetzelfde als Sinterklaas voor Nederlandse kinderen. Tijdens hun tocht door het stadje strooien de koningen snoepgoed rond en op 6 januari krijgen de kinderen cadeautjes. Dit jaar valt Driekoningen op zondag en wat doen die Spanjaarden: maandag 7 januari bombarderen tot vrije dag, want je zou toch eens extra vrije dag mislopen. 

Trotse meisjes in een van de praalwagens van de 3 koningen rijden door de stad

 

Tijdens de wandeling naar de zondagse rommelmarkt valt wederom op hoeveel schade de overstromingen in september hebben aangericht. Met name het zuid-oosten van Spanje is zwaar getroffen en heeft een 30-tal slachtoffers geeist. Hele stukken hellingen zijn weggespoeld, maar dankzij de hevige regenval tiert de brem welig en bloeit volop. Het is nog nooit zo groen geweest in dit anders zo dorre landschap.

   

Rommelmarkt in Mojacar pueblo 

De rommelmarkt zorgt altijd voor een levendige sfeer in het dorp. Soms lopen we op zondag met zijn tweetjes en de hond naar "boven" soms met Guus en zijn hondje, en een enkele keer met anderen die ook zin hebben in een pittige wandeling. Eenmaal "boven" (want het is een behoorlijke klim) duiken we ons stamcafeetje in, drinken koffie en daarna een wijntje of biertje met daarbij gratis, overheerlijke tapas (1,50 euro), waarna we weer via een ander pad terug lopen (dan is het grotendeels helling af).

 

   

Emiel, Truus en Jan                                                                             Guus en Els + Spaanse voetbalkijkende dames en heren

   

Wandeling naar Mojacar pueblo en de wandeling terug

 

   

Markt in Vera (zaterdags)

 

   

In de nieuwbouw komt de Moorse invloed tot uitdrukking                           kashba-achtige architectuur in Vera Playa

 

De bougainville bloeit overal uitbundig.                                                Ook deze, een voor ons onbekende, klimplant

 

Naast al het moois, zit er ook een donker kantje aan het leven hier. Door de crisis met als gevolg baanverlies, heeft een aantal Spanjaarden hun vaste plek hier op de camping op moeten geven. Na jaren kunnen ze het zich niet meer veroorloven om met hun gezinnen de weekeinden hier door te brengen en hebben ze hun caravans moeten verkopen. Ook veel winkels, restaurantjes zijn wegens gebrek aan klandizie gesloten. Zwervers waren er altijd wel te zien, meestal jongere Duitsers en Engelsen die dachten het geluk in Spanje te vinden maar daar op de een of andere manier niet in zijn geslaagd. Wat nu opvalt zijn de Spaanse zwervers/daklozen die niet zo heel jong meer zijn. Zo heeft een (echt)paar bij de Mercadona hun stekkie, bij El Arbol zit een lieve vrouw die je alle geluk van de wereld gunt. Voor de foto heeft ze een extraatje gekregen (het geweten is even gesust Schamen )

 

Dan hadden we nog het probleem met de remvoeringen. Jan heeft met hulp van Ken en Herman de wielen, remtrommels, de hele rataplan, gedemonteerd. Na diverse ritjes naar een bedrijf in Antas dat gespecialiseerd zou zijn in remsystemen, bleek de maat remvoeringen die we nodig hadden niet leverbaar. Nu is de slijtage aan de remvoeringen minder ernstig dan we aanvankelijk dachten, dus heeft Jan de hele boel schoongemaakt, gesmeerd en in zijn uppie weer gemonteerd. De boomstammen en houtblokken waar we zo'n dag of 10 op hebben gestaan konden eindelijk onder de MD uit. 

   

wielen, naaf en trommel zijn eraf                                                            vervolgens haalt Ken de remschoenen eraf

 

    voorste+achterste remschoen v.h.rechterwiel

We wilden een eindje gaan rijden om de remmen te testen, bleek de linkervoorband slap te staan. Het euvel leek het ventiel te zijn dat los zat. De band opgepompt en een dag gewacht om te kijken of de druk af zou nemen. Vandaag (vrijdag 18 januari) was de druk nog hetzelfde en zijn we alsnog op pad gegaan. Eerst naar de markt in Garrucha. De MD bij de nieuwe haven geparkeerd. Daarna naar de Mercadona in Vera om boodschappen te doen en een voorraadje wijn in te slaan. Vervolgens naar de Michelin-garage in Vera om de banden op de juiste spanning te laten brengen en terug naar Mojacar. Na ruim 40 km. en diverse hellingen heeft de MD de remproef goed doorstaan, dus we durven binnenkort weer op pad te gaan.

 

   

Ook aalscholvers te zien in Mojacar (soms zitten er heel veel, nu maar eentje) EN: weg is 'ie

 

Woensdag 30 januari: traject Mojacar -> Agua Amarga (77 km.)

De maand camping zit erop en de 50% winterkorting is binnen. Hoewel we zin hebben om verder te trekken, kost het toch ook even moeite om Mojacar te verlaten en afscheid te nemen van kennissen. Als we eenmaal onderweg zijn, keert gelukkig het vrijheidsgevoel weer terug. Over de AP7 rijden we richting Almeria en nemen de N341 naar Carboneras tot aan de afslag naar Agua Amarga. Onderweg veel amandelbloesem gezien. Zodra je het dorp binnen rijdt, zie je direct het mooie plekje aan een baai. Al komen we inmiddels jaren 's winters in deze contreien, Agua Amarga zijn we altijd voorbij gereden. Het is een leuk dorpje, gelegen in een baai, omringd door rotsen. In de kalkrotsen zijn grotwoningen waar in het verre verleden zeelui hun toevlucht zouden hebben gezocht. Aan de rotzooi en vieze matrassen te zien, lijken er nu voornamelijk zwervers gebruik van te maken.

   

Grotwoningen

Het dorpje stelt niet veel voor, er is een restaurantje en een bar en that's it. Wel kun je hier mooi wandelen (vooral bergop), dus dat zullen we de komende dagen dan maar eens gaan doen. De stranddouches werken en er is een loosputje. Gisteren zouden hier 31 campers hebben gestaan en kwam de politie zeggen dat het hier geen camping was. Bijna iedereen ging weg. Nu staan er 9 campers, waarvan 3 NL-ers. 's Morgens komt de bakker langs op een voor ons christelijke tijd, ca. 9.30 uur.

    

Tijm (links) en wilde orchidee (rechts)

Vandaag (31 januari) gewandeld naar de top van de berg rechts van de baai. Via een smal pad dat tussen heerlijk geurende tijm en andere wilde bloemen loopt heb je, als je eenmaal boven bent, mooi zicht op de plek waar we staan.

Mooi uitzicht op zee en de camper(s)

 

Vrijdag 1 februari: we wandelen vandaag de bergen links (oftewel aan de noordkant) van de baai in naar de restanten van wat ooit een overslagplaats was voor ijzererts dat 32 km. landinwaarts werd gedolven. Tegen de helling loopt een spoortunnel. Het erts werd met lorries over het spoor vervoerd en vervolgens via een soort lopende band 14 meter boven zeeniveau over het water in de scheepsruimen gestort, waarna het transport over zee verder ging naar de smeltovens. Het zijn veel oude stenen, maar desondanks krijg je een aardige indruk van het overslagcomplex.

  

Spoortunnel tegen de berg en de ruïnes boven op de berg

 

El Tiempo gaf voor het weekeinde een windsnelheid van 28-32 km./uur op, maar er woedt vandaag (zaterdag 2 februari) een heuse zandstorm die krachtiger is dan was opgegeven. Het stof waait je om de oren, de deur moet dicht om het zand buiten te houden (en de camper was zo schoon (grr...) Terwijl de lucht strakblauw is en de zon volop schijnt, zitten we binnen te lezen. Vanavond met Henk en Marieke, onze achterburen, een hapje wezen eten in het enige restaurantje dat geopend is. Voor simpele platos combinados en 1 fles wijn waren we ruim 80 euro kwijt, aan de prijzige kant vonden we. Ach, we hebben de lokale economie weer een boost gegeven, denken we dan maar.

 

's Middags gaan we wat drinken op het terras van het enige cafeetje dat dit dorp rijk is.

 

Maandag 4 februari: traject Agua Amarga –> La Isleta (78 km.)

“Even” naar de Mercadona in Carboneras neemt bijna 2 uur in beslag omdat we op een kwartier loopafstand een parkeerplaats vinden. Na het boodschappen doen, haalt Jan de MD, parkeert midden op de weg en we negeren de claxonerende auto’s als we de boodschappen overladen in de camper. Dan op naar Las Negras. We nemen de AL3106 en komen door Campohermoso, waar een grote Mercadona met parkeergelegenheid voor de deur is (shit). Het is een lelijk kassengebied, een en al plastic, waar het wemelt van de gitanos en arbeiders van Noord-Afrikaanse afkomst. Ook veel vrouwen met hoofddoeken. Het is een armoedig gebied. Vreemd dat Green Peace jaren geleden de bouw van een hotel aan de rand van Carboneras na een langdurig proces stil heeft weten te leggen omdat het in het nationaal park Cabo de Gata ligt, maar dat al dat landschap ontsierende plastic in hetzelfde natuurgebied mogelijk is. Maar ja, de mensen moeten natuurlijk ook ergens van leven. Na Campohermoso wordt het landschap adembenemend mooi. Af en toe dringt de vergelijking met de Schotse Hooglanden zich op, alleen is het hier een tikkeltje ruiger en veel minder groen.

In Las Negras zien we de camper van Tonnie en Jaap (ook forumleden) die in Agua Amarga even onze buren waren. Het plaatsje stelt niet veel voor, maar het is wel het begin-/eindpunt van een 12 km. lange wandelroute Las Negras-Agua Amarga. Voor ons iets te veel van het goede, want hoe kom je weer terug bij de camper? Ongeveer halverwege die route ligt het hippiedorp San Pedro, waar zelfs een bootverbinding mee is. Leuk, hippies kijken!

We vinden het een parkeerterrein van niks en rijden met Tonnie en Jaap naar La Isleta over een mooie, maar bochtige bergweg, waar als verrassing een klim en afdaling van 10% in zit. Behalve de remmen (die het overigens uitstekend deden) piepte ik ook (pfff…). Het is een schitterende plek. Omdat je hoog staat, heb je vanuit de camper een prachtige uitzicht over zee en de rotsen. We hebben al veel plekjes gehad in Spanje, maar dit is tot nu toe toch wel een van de mooiste plekjes die we hebben gehad. 

 

Er zijn een paar restaurantjes in La Isleta de Moro en er is een klein winkeltje waar je o.m. brood kunt kopen. Op het centrale pleintje is een wasplaats waar vrouwen in het verleden de was deden. We gaan er althans vanuit dat het niet de mannen waren die dat deden Wenkbrauw ophalen Nu is die openbare wasplaats tot monument verheven! Aan de andere kant van het dorp is een mooi aangelegd uitkijkpunt waar je een zeer weids uitzicht over het gebied hebt. Zoals in heel Cabo de Gata, zijn ook hier mooie wandelroutes uitgezet.

   

Het pleintje met wasplaats en een stukje La Isleta 

 

Eigenlijk zouden we vandaag (6 februari) naar San José gaan. Het is hier echter zo mooi, dat we nog een dag langer blijven en naar Los Esculos wandelen (ca.12 km. heen en terug). Daar doen we dik 3 uur over.

La Isleta gezien vanaf Playa del Arco in Los Escullos

 

Dat de filmindustrie deze streek als decor gebruikt, verbaast ons niet: af en toe waan je je in het wilde westen, even later kom je oase-achtige stukken tegen die associaties met Marokko oproepen. Jan zou bijna gelijk krijgen als hij beweert dat het hier zeker zo mooi is als in Marokko Lachen.

   

 

Donderdag 7 februari: traject La Isleta -> San José (12 km.)

Begint de dag in La Isleta windstil, tegen elven steekt er wederom een storm op. Zo langzamerhand krijgen we een sik van die rotwind. De beslissing is snel genomen: wegwezen! Een half uur later zijn we in San José. Zo gek hebben we het nog nooit gemaakt, maar we konden er gewoon niet voorbij rijden. In de rambla mag je niet meer staan, dus nu staan we op het veldje achter hotel Don Ignacio. Er staan al zo'n 20 campers als we aankomen. We vinden nog net een plek in het rijtje, terwijl we eigenlijk helemaal niet van dat rijtjesgedoe houden. Het voordeel is wel dat we hier vrij windstil staan en de hele dag zon hebben. 

Vannacht stonden er 25 campers, daarbij inbegrepen enkele zwerfjongeren en –ouderen die in hun personenauto slapen. Zo ook onze bijna tandeloze, maar reuze aardige Spaanse buurman uit Bilbao die in zijn Ford Escort woont met zijn 2 hondjes. Aan zijn touwhaar te zien, heeft hij geen shampoo. Overdag maakt hij van gevonden materialen sieraden, mozaïk-snuisterijen enz. die hij in het weekeinde probeert te verkopen. Tussendoor leest hij Nietzsche.

Vrijdagmiddag wandelen we naar de molen en verder door de cactusplantages (waarvan de kleurstof in de vruchten gebruikt wordt in de lippenstiftindustrie), bloeiende agaves, eucalyptusbomen en naaldbomen naar Playa de Genoveses *) De zon geeft een mooie roodbruine gloed aan het dal en de bergen. Een schaapsherder trekt met zijn kudde door de bergen. Helaas zijn de batterijen van het fototoestel leeg, dus vandaag geen foto’s.

 *) In 1147 schijnt een strijd gewoed te hebben tussen Catalanen en Genuanen om het bezit van dit gebied. Ra, ra, wie heeft gewonnen? 

 

Tijdens de wandeling zaterdagmiddag wippen we even aan bij Bob en Els, die op een prachtplek staan maar wel zeer afgelegen (een half uur lopen van San José).

   

Zo staan wij                                                                                      en zo staan Bob en Els 

We spreken af om elkaar ’s avonds te treffen in café Iruñazarra, waar Tommie Armstrong een gig heeft. (Tommie en zijn vrouw Nova, zijn onze achterburen.) Tommie speelt akoestisch gitaar. Muzikaal is hij beïnvloed door de Beatles, Rolling Stones, Joe Cocker, Johnny Cash, de Doors (!!) e.a. Het doorgaans uitgestorven buurtcafeetje is stampvol. Zoals vaak met dit soort evenementen: hoe later het wordt, hoe gezelliger. Dat het verzoeknummer A Horse with No Name hem minder goed af gaat, is hem vergeven. We hebben een leuke avond gehad en de bareigenaar heeft goed “gedraaid”.

   

Tommie Armstrong                                                                              Het cafeetje Iruñazarra

 

Maandagmorgen zouden we naar Aguadulce gaan. Onverwachts komen Bob en Els langs. Na de koffie hebben we geen zin meer om te vertrekken. Het stormt al dagen, buiten zitten is niet prettig. Als we op het punt staan een wandeling te gaan maken, komen Jan en Simonne er aan. Daar blijven we natuurlijk graag voor thuis. We hebben (min of meer) uit de wind buiten koffie kunnen drinken, later binnen een wijntje gedronken en ’s avonds zijn we met zijn vieren naar de pizzeria gegaan (het enige restaurantje wat ’s avonds open was). Het was gezellig en helemaal leuk om de mens achter het forumgezicht nader te leren kennen.

Dinsdag trekken Jan & Simonne verder, wij plakken er nog een dag aan vast. We beginnen ons weer iets te veel thuis te voelen in San José: een veeg teken! Mañana

   

Nog nooit zo'n bontgekleurde zwerm duiven gezien( toch een beter fototoestel aanschaffen). 

 

Woensdag 13 februari: traject San José -> Roquetas de Mar (71 km.)

Bye, bye, San José!

Even buiten San Jose woedt brand

Op naar Aguadulce. Daar dreigen we vast te komen zitten in een straatje richting strand, dus weg daar. Voordat we het weten zijn we in Roquetas de Mar, of all places. Nu we er toch zijn, gelijk maar even langs de Lidl en op naar Playa Serena. Het lijkt Little Germany wel: van de pak ‘m beet 20 campers staat er 1 Belg, 2 Engelsen en 1 NL-er (wij dus). Toch schuiven we maar aan in het rijtje, aangezien we geen zin hebben om verder te rijden. Het uitzicht maakt iets goed, want we kijken uit op zee, strand, palmen en op (al weer) een natuurgebied, het Paraje Natural Punta Entinas-Sabinar. Begon de dag praktisch windstil, later op de middag begint het voor de verandering weer eens te waaien. Voor het eerst in 2 weken staan we stofvrij, dat weer wel.

 En de foto's van Roquetas zijn spoorloos verdwenen. Ook geen back-up van. 

 

Gewapend met een karretje vuile was gaan we naar de wasserette, want dat is makkelijker dan dat getob met emmertjes water uit de stranddouches. We volgen de aanwijzingen die we hebben gekregen en dolen ruim een uur tussen de flatgebouwen en hotels van Roquetas, voordat we de wasserij eindelijk vinden. Vandaag hadden ze geen tijd, maar morgen kunnen we de was ophalen dus gedoemd een dag langer hier te blijven. Terug nemen we een andere weg, slechts een half uur lopen.

In de Soltimes, een gratis Engelse weekkrant, staat het trieste bericht dat een 56-jarige Bask zich van het leven heeft beroofd vanwege dreigende huisuitzetting. Hij was al een poos van water en elektriciteit afgesloten omdat hij de rekeningen niet meer kon betalen. Volgens de actiegroep “Stop Desahucios” (stop uitzetting) is dit het 6e zelfmoordgeval in Spanje sinds september j.l.

 

Zaterdag 16 februari: traject Roquetas de Mar -> Guardias Viejas (26 km.)

Hoewel we prima stonden in Roquetas en het daar lekker rustig was (ook ’s nachts) rijden we naar Guardias Viejas. Ook hier is het dik bevolkt met Duitsers. Van de ca. 30 campers zijn er 3 NL-ers. Omdat je verspreid staat en de plaatsjes min of meer afgebakend zijn met struiken, sta je wel lekker vrij. Er is een put om te lozen en een waterkraantje. Hadden we al licht heimwee naar Cabo de Gata, de weg hiernaartoe stemde ons niet bepaald vrolijker. Mucho plastico! Waar je ook kijkt, overal  om je heen zie je plastic kassen. In deze streek zou de grootste kassenconcentratie van de wereld zijn. En dan te bedenken dat Nederlandse tomatentelers deze "groentetuin" ooit begonnen zouden zijn, dat hebben we althans ooit vernomen. Gelukkig zie je er op de plek waar we staan niets van en maken de kabbelende golven pal voor de deur weer iets goed.

DSC01187.JPG  

gedoogplek Guardias Viejas                                                                  Iglesia Santiago Apostel

 

Maandag 18 februari: Guardias Viejas -> Salobreña (91 km.)

Het doel voor vandaag is eigenlijk Almuñecar, tot we bij Salobreña besluiten daar weer eens een kijkje te nemen. Het is jaren geleden dat we daar hebben gestaan. Aan het einde van de boulevard staan 2 campers; 1 Spanjaard en 1 NL-er. Later komen er nog een Franse en een Engelse camper bij. We blijven vandaag maar hier. Volgens El Tiempo is er regen op komst, dan kun je beter hier op het asfalt staan. Vandaag was het licht bewolkt en zag het er aanvankelijk een beetje somber uit, maar vanmiddag hebben we toch een poosje in de zon kunnen zitten.

 

Dinsdag 19 februari: traject Salobreña -> Gelves (326 km.)

Aan de westkant van Salobreña is een grote camperplaats met water en een toiletgebouwtje, vertelde een Engelsman ons gisteren. Die plek zien we bij La Caleta als we over de kustweg naar Almuñecar rijden, waar we om nostaligische redenen even in rijden. Daar is zo veel veranderd, dat we het oude plekje niet 1-2-3 kunnen vinden, dus maar gauw de stad uit. Het regent en spontaan besluiten we dan maar een flink eind te gaan rijden. Hadden we voor het weekeinde het plan laten varen om naar Portugal te gaan, vandaag gaan we alsnog ook al zijn de weersvooruitzichten niet denderend (dat geldt overigens ook voor Spanje de komende week). We nemen de A7 naar Malaga en vervolgens de A45 en A92 naar Sevilla. Na de bochtige kustweg en de bandas sonoras, plataformas elevados in de diverse stadjes, tuffen we relaxed over de snelweg door de Sierra Los Caballos en even later langs kilometers lange olijfboomgaarden. De CP in Gelves staat bomvol. We krijgen een plekje toegewezen in een hoekje, vlakbij het toiletgebouwtje. Ach, het is al bijna donker en als de gordijnen dicht zijn, zie je toch niet waar je staat. De CP kost 15,- euro (incl. stroom, lauwe douche en wifi) en ligt aan de Rio Guadalquivir.

   

Zo staan we, met uitzicht op het havencafeetje

 

Omdat ik al enige dagen griepverschijnselen vertoon, zou ik vandaag (woensdag) een dag met ziekteverlof gaan en met een paracetamolletje onder het dekbed kruipen om lekker uit te zweten. Het is echter zo saai op de cp, bovendien is het prachtig weer, dus uiteindelijk gaan we om 14.00 uur alsnog met de bus naar Sevilla. We slenteren door de mooie stad, luisteren naar een goed spelende band, pikken een terrasje, lopen door de wijk Santa Cruz, langs het Alcázar en de kathedraal zonder naar binnen te gaan. Dat hebben we in 2001 namelijk allemaal gedaan, dus een 2e keer hoeft niet zo nodig voor ons. Toen hebben we 3 dagen op camping Sevilla gestaan bij het vliegveld en de stad redelijk goed bekeken. Na nog een terrasje, nemen we de bus terug naar Gelves. 

    

Alcázar                                                                                        Hoofdingang kathedraal

 

De eigenaar of medewerker van het havencafeetje aan de overkant heeft een hond die sprekend op Luna lijkt (of andersom). Leuk om die twee met elkaar te zien spelen.

Luna en haar look-a like

In de ca. 2,5 maand dat we in Spanje zijn, hebben we vandaag (donderdag) voor de 3e keer een echte regenachtige dag. Gelukkig is het niet koud (een graad of 15).  De uitgestelde ziekteverlofdag, vandaag opgenomen. Lekker uitgeslapen, Gelves verkend, maar dat kun je net zo goed overslaan. Niks aan. Van de 12 campers die er nu staan, zijn er 8 NL-ers. Vanavond lekkere tapas gegeten in het café met een glaasje wijn erbij. Nog even en de griep is verleden tijd.

 

Vrijdag 22 februari: traject Gelves -> Castro Marim (147 km.)

We zijn in Portugal!

Vertrokken we in de regen uit Gelves, onderweg werd het droog en liet zelfs de zon zich even zien. De weg van Sevilla naar Portugal vonden we op de een of andere manier erg on-Spaans. Af en toe deed het ons zelfs aan Frankrijk denken. Tegen de avond staan er een stuk of 60 campers op de CP in Castro Marim,  verspreid over 2 terreinen. Erg boeiend is het plaatsje niet. Het oude fort is zo ongeveer het enige aantrekkelijke aan deze plaats.

  

Officiele CP en het daarnaast gelegen parkeerterrein

Wat wel leuk is dat we naast Kees en Trui staan, die we van vorig jaar kennen en waar we zo nu en dan e-mail contact mee onderhouden. Ook Grenzeloos staat hier. Na allerlei speurtochten op internet die niets op hebben geleverd, kunnen we eindelijk het gedicht over zijn bus overhandigen dat al ruim een jaar in ons bezit is.

 

Zaterdag 23 februari: traject Castro Marim -> Olhăo (52 km.)

De dag begint grauw en er staat een harde, koude wind. Onze eerste kennismaking met de Algarve is niet direct positief te noemen. De N125 naar Olhăo, onze volgende stop, is slecht, het landschap vinden we een slap aftreksel van Les Landes. Bij de haven in Olhăo barst het wederom van de campers. We schuiven aan in het rijtje een gaan op verkenningstocht. 

Er is markt, we hebben ze wel leuker meegemaakt. Intussen is de zon doorgebroken en ziet alles er ineens anders uit. Als we later de stad ingaan, blijkt Olhăo een verrassend leuk stadje te zijn met nauwe straatjes, leuke winkels, restaurantjes en terrasjes, een leuk kerkje (ook van binnen) Nossa Senhora do Rosário. Wie weet, komen we nog voor meer leuke verrassingen te staan en moeten we (hopelijk) onze eerste indruk herzien. Zondag lopen we een rondje rondom het havengebied, pikken een terrasje en gaan ’s avonds kip piri piri eten, die niet te vreten was.

 

    

kerk Nossa Senhora do Rosário. Achter de traliedeuren hangen deze poppenledematen

Veel goud dat er blinkt in het kerkje.

 

Maandag 25 februari: traject Olhao -> Faro -> Quarteira (54 km.)

Eerst naar Faro. Dat zou een leuk oud stadje zijn. Helaas staat het grote parkeerterrein met speciale plaatsen voor campers helemaal vol. Enkele NL-ers die zeer royaal 4 a 5 parkeervakken in beslag nemen en hun hele hebben en houden breed hebben uitgestald, zijn niet bereid 1 metertje op te schuiven, anders hadden we er makkelijk tussen gekund. Dan niet, wij gaan wel  verder.  Op naar Quarteira, waar je volgens Trui en Kees mooi kunt staan. Dat klopt, je staat er prachtig aan het strand (Praia do Forto Novo).  Of dit de bedoelde plek is, weten we niet, maar we blijven staan ondanks de verbodsborden voor tenten en caravans (per slot van rekening zijn we geen van beide, zo redeneren we.) Tijdens een korte wandeling zien we iets verder naar het oosten wel zo’n mooi plekje, dat we besluiten te verkassen. Het duurt even voordat we de weg ernaartoe hebben gevonden, maar als we via een asfaltweggetje dat overgaat in een bospad met hobbels en kuilen het plekje eindelijk vinden, is het zeer de moeite waard: bossen, een binnenmeer met watervogels, strand, zee en een stralende zon. Wat wil een mens nog meer. We beginnen de Algarve al leuker te vinden! 

Handig zo'n bank naast de deur

 

Uitzicht achter, opzij en voor

Het is een heerlijke plek, vooral met mooi weer. De Lidl is een half uur lopen. Geen straf want het is ook nog eens een mooie wandeling. De officiёle CP ligt iets ten oosten van de Lidl (aan de Rua Pé de Mouro) en kost € 4,- voor een overnachting incl. water en stroom. Op het terrein vindt op woensdag de weekmarkt plaats (veel textiel, geen groenten en fruit). Dan moeten alle campers dinsdagavond verkassen naar het naastgelegen terrein. Intussen vertoont Jan enige schoenfetisjistische trekjes: op de markt van Quarteira heeft hij inmiddels zijn 4e paar nieuwe schoenen aangeschaft!

 

Donderdag 28 februari: traject Quarteira -> Albufeira (35 km.)

Het is koud vanmorgen en er komt steeds meer bewolking. We gaan eerst lozen en water innemen op de CP (€ 2,-), even langs de Lidl en dan verder. Eigenlijk wilden we naar Paderne, maar vanwege het koude weer en een licht grieperige Jan, kiezen we voor Albufeira, want we willen een dag stroom van de wal. We belanden op het gigantische Parque de Palmeira aan de Rua José Carlos Ary dos Santos, gelegen naast een voetbalveld. Je zou je er bijna voor schamen om er een foto van te plaatsen, zo lelijk is het, maar vooruit.

Terwijl Jan plat ging, ben ik met Luna naar het strand van Albufeira gewandeld.

Een dag later vinden we de cp eigenlijk best meevallen. Voor € 7,- heb je een ruime plaats incl. stroom (die 's avonds weliswaar wel eens uitvalt) en gratis wifi (dat niet optimaal werkt, m.n. 's avonds niet). Vrijdag ziekt Jan uit en houd ik me met wat taken van huishoudelijke aard bezig. Tussen de bedrijven door lees ik wat buiten in de zon. Zaterdag is het mannetje wat opgeknapt en gaan we te voet naar Albufeira,  een erg toeristische plaats maar wel leuk. Het is een en al Engels wat je om je heen hoort, af en toe waan je je in een aflevering van Coronation Street. 

   

Albufeira: plein en straatje

Zaterdagmorgen belde Ineke in alle vroegte om te melden dat ze een paar simlockvrije websticks bij de Aldi had weten te bemachtigen. Die zouden nu goed van pas komen want Jan zijn laptop is gecrasht. Daar kan elk simkaartje in, wat niet met mijn laptop kan. Dus aan het europasimkaartje hebben we momenteel niks en wat internet betreft zijn we de rest van de reis aangewezen op wifi.

 

Dinsdag 5 maart: traject Albufeira -> Praia da Rocha (56 km.)

Als we van de CP wegrijden, blijkt er aan de overkant van de weg een grote markt te zijn. Mede door het slechte weer zijn we al langer in Albufeira gebleven dan de bedoeling was, dus doorrijden! Bovendien mag Jan niet in de verleiding komen om nog eens een paar nieuwe schoenen te kopen Tong uitsteken. In Armacăo de Péra moet een mooie gedoogplek zijn. Daar staat echter helemaal niemand. Omdat er ook verbodsborden staan, rijden we toch maar door. Vervolgens twijfelen we tussen Silves en Portimăo en kiezen uiteindelijk voor het laatste. In Praia da Rocha komen we wederom op zo’n giga-camperpark (€ 2,50 per dag, er is ruimte voor ca. 150 campers). Alle Europese nationaliteiten zijn hier zo’n beetje vertegenwoordigd en ze staan ook gezellig per land van herkomst bij elkaar. Net als in Albufeira hebben ook hier veel campers een autootje naast de camper staan. We beginnen ons af te vragen of er nog wel vrije plekken zijn waar je niet tegen al die witte bakken aan zit te kijken. Enfin, we parkeren ergens aan de zijkant, zodat we nog enigszins het idee hebben “vrij” te staan.

   

Ons plekje met uitzicht op campers 

Als we een wandeling rondom de jachthaven maken, zien we aan de andere kant van het water campers aan het strand staan. Jammer, maar we blijven nu maar staan waar we staan.

De jachthaven van Praia da Rocha

 

Woensdag 6 maart: traject Praia da Rocha -> Ferragudo (6 km.)

Uit nieuwsgierigheid gaan we toch even naar het strandplekje kijken dat we gisteren aan de andere kant van de haven zagen. Goed dat we dat hebben gedaan, want je staat daar schitterend in de duinen, een klein strandje pal voor de deur, mooi uitzicht op het plaatsje Ferragudo, het kasteel, vissersbootjes, de zee. Ze zijn er dus toch, mooie plekjes. Hier blijven we! Het weer is redelijk; vanmorgen af en toe een buitje, later breekt de zon door en dan is het ook direct bloedheet. Aalscholvers en mantelmeeuwen vliegen af en aan. Zoals in heel de Algarve, zijn ook hier opvallend veel ooievaars.

      

Ferragudo is een erg leuk plaatsje. Smalle, steile straatjes, een centraal pleintje met restaurantjes en terrassen, een aardig kerkje waarvandaan je een weids uitzicht hebt op de omgeving. In de nacht van woensdag op donderdag regent en stormt het, maar in de loop van de morgen klaart het op, alhoewel het flink blijft waaien.

 

Tijdens de dagelijkse wandeling komen we langs een pandje waar een man netten aan het boeten is.

 

   

's Morgens komt de bakker langs, maar wij halen brood in het dorp.

Donderdagavond zijn we in een leuk restaurantje gaan eten. De kip piri piri smaakte deze keer voortreffelijk en de wijn erbij ook!

 

Vrijdag 8 maart: traject Ferragudo -> Silves (16 km.)

Omdat de weersvooruitzichten niet bepaald rooskleurig zijn en we langzaam maar zeker weer aan de terugtocht moeten beginnen, laten we Sagres en Cabo de Săo Vicente voor wat het is en gaan naar Silves. Voordat we het weten zijn we er (weer zo’n lange reis, wel 16 km.). We parkeren op de grote parking bij het zwembad. Ook hier staat het goed vol met campers, brr… Ondanks de verbodsborden voor 3,5 tonners, staan er diverse zware jongens op het terrein dus waarom wij niet? Er vallen stevige buien, maar in de loop van de middag klaart het wat op. Uitgerekend als we door het stadje lopen, begint het opnieuw te hozen.

 twee kleine Silvesters

Dan maar internetten in de gratis wifi-zone van het zwembad. Helaas blijkt de stroom van de stopcontacten te zijn gehaald. Aangezien mijn laptop alleen nog op stroom werkt omdat de batterij naar de filistijnen is, gaat het internetfeest ook niet door.

 

    

Zaterdag brengen we een bezoekje aan het Moorse kasteel, althans wat daar nog van over is. Vanaf de muren heb je een mooi uitzicht over Silves en het achterland.

   

Al met al is een Silves een mooi stadje, al kent het ook wat minder fraaie buurtjes.

 

Zondag 10 maart: traject Silves -> Gelves (278 km.)

En dan zijn we zo maar weer in Spanje. Via dezelfde N125 als we westwaarts zijn gegaan, rijden we terug naar Castro Marim. Daar besluiten we naar Gelves te rijden (gratis wifi en stroom om te proberen de laptop van Jan weer aan de praat te krijgen). Aanvankelijk wilden we door het binnenland van Portugal, via Beja, Evora en Badajoz naar het noorden rijden. Daar hebben we echter vanaf gezien om de remmen niet meer te belasten dan nodig is. Nu nemen we vanaf Sevilla de gratis snelweg via Salamanca, Burges etc.naar het noorden. Zagen we al veel ooievaars in de Algarve, langs de Spaanse snelweg zaten in de hoogspanningsmasten soms wel 3 nesten tegelijk. Als ik ooievaar was, zou ik voor het warmere Afrika kiezen, maar Jan begrijpt ze wel.

Natuurlijk hebben we de afgelopen 2,5 week slechts geroken aan de Algarve. Viel het ons in eerste instantie zwaar tegen, nadat we toevallig een paar leuke vrije plekken hadden gevonden, begonnen we het echter steeds leuker te vinden. We gaan er zeker nog eens heen, maar dan moet er wel enig vooruitzicht op beter weer zijn, want m.n. de laatste week telde nauwelijks of geen rokjesdagen.

Rond etenstijd belt John om te vertellen dat Irena vandaag bevallen is van de tweeling (keizersnede). Zo heb ik er in een klap weer een nichtje en neefje bij (Ella en Erik).

 

Dinsdag 12 maart: traject Gelves -> Guadix (323 km.)

Na het raadplegen van diverse weersites, die de komende week weinig goeds voorspellen voor het westelijk deel van het Iberisch schiereiland en West-Frankrijk, besluiten we spontaan naar de Spaanse oostkust terug te keren. Af en toe een buitje, oke, maar sneeuw in Burgos e.o. daar hebben we echt geen behoefte aan. Ongetwijfeld zijn er mensen die denken dat we niet weten wat we willen, maar dat valt reuze mee. Wij noemen dat flexibel zijn en juist een camper leent zich daar uitstekend voor.

Bij Sevilla nemen we de A92 naar Granada. Camping Granada in Peligros blijkt gesloten te zijn, dus rijden we door naar de bisschopsstad Guadix, o.m. bekend om haar grotwoningen die dateren uit de tijd dat de Moslims werden verbannen uit de stad en met een schitterende kathedraal (16e eeuw), gebouwd op de fundamenten van een moskee. We vinden een groot parkeerterrein bij het centrum en blijven daar om te overnachten. Op 1 uurtje na heeft het de hele dag non-stop geregend.

   

Helemaal alleen in de regen op de parkeerplaats bij het centrum

 

Woensdag 13 maart: traject Guadix -> San Juan d’Alacant (319 km.)

Eerst rijden we nog even langs de grotwoningen en schieten een paar plaatjes vanuit de camper. 

Dan verder oostwaarts over de A92-N, langs de Sierra de Baza waar we nog even op een piepklein stuifsneeuwbuitje worden getrakteerd. Het is een prachtige route.

Als we in San Juan aankomen, staat er slechts 1 Franse camper op “ons” veldje. Lekker rustig. Foto (zie 17 december) Donderdag komt Yvon, alleen reizend. We kennen elkaar van voorgaande jaren en komen elkaar af en toe onderweg ergens tegen. De volgende dag komen ook Jan en Simonne hier. Zaterdag fietsen Yvonne, Simonne en ik naar El Campello. Daar pikken we een terrasje aan de boulevard, een wijntje met tapas erbij en daarna weer terug naar de camper in  San Juan.

Zondag ’s morgens wordt er altijd strandvoetbal gespeeld. Of het aan de bewolkte dag lag, weten we niet, maar er waren beduidend minder toeschouwers vandaag.

   

 

Maandag 18 maart: traject San Juan -> Daimus (117 km.)

Het is een mooie dag. Als we in Daimus aankomen, zijn er veel Spaanjaarden op de been en zijn de terrassen goed bezet. Dit weekeinde hebben de Spanjaarden een lang weekeinde i.v.m. San José (broertje van Jezus). Omdat het dit jaar op dinsdag valt, zijn veel Spanjaarden ook vandaag vrij en zo hebben ze dus een extra lang weekeinde. In Valencia vindt op dinsdag 19 maart Las Fallas *) plaats, waar voorafgaand aan het verbranden van de poppen, grootse feesten plaatsvinden. Dat gaat gepaard met veel vuurwerk, zo ook hier. Het geknal is niet mis.

*) De oorsprong van Las Fallas ligt in de Middeleeuwen, toen timmermannen het begin van de lente vierden door houten planken waar ze hun kaarsen aan hingen, in brand te steken. Dit deden ze om te vieren dat ze dit licht niet meer nodig hadden. Later zijn deze planken steeds meer op echte beelden en figuren gaan lijken, soms wel tot 30 meter hoog.

    

Er staan opvallend weinig campers. Zo kennen we het van 2005, toen we hier voor het eerst stonden. Om 18.30 uur komt de politie langs om te zeggen dat we hier 1 nacht mogen blijven staan, maar morgen op moeten krassen. Misschien is dit een manier om te voorkomen dat campers maandenlang hier blijven staan. Jammer voor ons want we hadden ons er juist op verheugd om een dagje te luieren met een boek in de zon.

 

Dinsdag 19 maart: traject Daimus -> El Saler (63 km.)

Van de politie mogen we overdag hier blijven staan, maar ondanks alle charmes die Yvon in de strijd gooit, zijn de agenten onvermurwbaar en is een 2e overnachting uit den boze. Ze rijdt met ons mee naar El Saler, omdat ze die plek nog niet kent en daar graag een kijkje wil nemen. Eenmaal daar is ze al snel even enthousiast als wij. We staan hier met 3 campers, op het terrein aan de noordkant van Hotel Sidi Saler staan er een stuk of 8 plus een caravan.

In Sueca zagen we kinderen in traditionele kledij ter gelegenheid van San José. De informatie over de bustijden naar Valencia was zo onduidelijk, dat we niet het risico durfden te nemen om vanavond naar de Las Fallas optocht te gaan. Het was nl. erg onzeker of er laat op de avond nog een bus terug gaat. Op de fiets is het13 km. naar het centrum, maar om die afstand in het donker terug te moeten fietsen, is wel erg ver. Bovendien is er regen voorspeld.

Het is duidelijk dat we weer op de terugweg zijn (hoewel we eigenlijk geen zin hebben om naar huis te gaan). Foto's maken doen we eigenlijk nauwelijks meer. Is ook een beetje zinloos als je sommige plekken al op de heenweg hebt aangedaan. We proberen het nog een week uit te zingen in Spanje omdat de vooruitzichten voor Frankrijk helaas slecht zijn. Wel jammer want we zouden graag wat langer in Zuid-Frankrijk willen blijven, maar zoals het er nu naar uit ziet, zit dat er niet in en karren we in de tweede helft van volgende week in een ruk naar huis. 

Het is een schitterende woensdag. In alle vroegte maakt de provinciale politie een rondje. Uitgerekend als we later op de ochtend een wasje uitspoelen, komt de regionale politie langs. “No camping!” “No”, antwoorden we in koor, maar mogen we nog 1 nachtje blijven staan, vragen we poeslief. “Si.” Pff…

Zitten we ’s middags lekker in de zon te lezen, krijgen we bezoek van de lokale politie. Na het noteren van de kentekens, roepen ze “No camping! No chairs!” In een mum van tijd heeft iedereen de stoeltjes opgeborgen, 1 NL-er verkast van de weeromstuit naar het andere terrein, waar ze inmiddels allemaal binnen achter de geraniums zitten. Net als afgelopen nacht, blijven we met 2 campers over. De enige die we vandaag hebben gemist, is de Guardia Civil. Of het aan de tijd van het jaar ligt, maar er is duidelijk een ander gedoogbeleid dan in december. Er gaan geruchten dat Taverness volgend jaar ook aangepakt gaat worden, wat er van waar is weten we natuurlijk niet. Daarom zijn het ook geruchten.

  

Donderdag 21 maart: traject El Saler -> Mont-roig del Camp (260 km.)

Eigenlijk zonde om op zo’n mooie dag te gaan rijden en dan ook nog zo’n eind. Maar ja, we moeten ook een keer naar huis. We eindigen op platja Pixoreta in Mont-roig del Camp. Het is een favoriet plekje van Yvonne en hier waren wij nog nooit geweest. Er is plaats voor ca. 5 campers, dan staat het aardig vol. Je staat erg mooi aan zee, maar wij vinden Platja Llarga mooier, dus daar gaan we morgen naartoe.

   

Platja Pixoreta 

 

Vrijdag 22 maart: traject Mont-roig del Camp -> Platja Llarga (41 km.)

Het is maar goed dat we vandaag naar Platja Llarga zijn gegaan. Als we daar arriveren staat het behoorlijk vol (vooral met Duitsers). Soms is het frustrerend dat de ooit zo rustige en mooie plekjes overbecampert raken. Vanwege het uitzicht wil iedereen ook nog eens aan het strand staan, maar tegenwoordig staan wij liever in het gras (minder wind bijvoorbeeld). Aan het eind van de dag staan er 22 campers! Het restaurant is open, veel parkeerruimte voor potentiёle bezoekers is er echter niet. Dit weekeinde is het begin van  Semana Santa, zoals de week voor Pasen wordt genoemd en waarin veel Spanjaarden vrij zijn en eropuit trekken. Ons plan was om hier het weekeinde te blijven, maar misschien vertrekken we eerder.

Vannacht stonden er 25 campers. Vanmorgen (23 maart) zijn er een paar vertrokken maar in de loop van de dag komen er andere voor in de plaats. Het is natuurlijk een ideale plek voor camperaars, of je nu op de heen- of terugweg bent. Afscheid genomen van Yvon. Ze moet naar huis. Luna mist Amiga, haar vriendinnetje. Tijdens de wandeling lijkt het alsof ze haar aan het zoeken is. Ook is ze wat mat vandaag. Zelfs Jan mist Yvon. Het vreemde is dat we geen van beiden houden van samen reizen, maar met haar was het enorm prettig. Haar stoerheid en zelfstandigheid zijn bewonderenswaardig. Menig camperstel, waaronder wij, kan een voorbeeld aan haar nemen.

 

 

Zondagmorgen in Platja Llarga

 

Maandag 25 maart: traject Platja Llarga -> San Feliu des Guixols (212 km.)

Het is een prachtige zonnige dag, waarschijnlijk de laatste die we deze reis zullen hebben. Na enige twijfel besluiten we toch naar San Feliu te gaan, want we denken dat het daar best wel eens rustig zou kunnen zijn na het weekeinde. Niets is minder waar. Het staat er vol. We parkeren de MD op het veld boven, dat ook behoorlijk vol staat. Omdat het terrein (een voormalige storplaats) erg schuin oploopt, bieden ook de blokken geen soelaas. Dan maar een nacht scheef slapen.

Voor de verandering hebben we niet de AP7 om Barcelona genomen, maar zijn we weer eens door Barcelona gereden en vervolgens via de CV32 naar San Feliu. We dachten dat het omweg was, maar het blijkt niets uit te maken, niet qua tol, kilometers en tijd.

 

Dinsdag 26 maart: traject San Feliu de Guixols -> Gruissan (225 km.)

Als we over de NII naar de Franse grens rijden, hangen er spandoeken voor de huizen in Bascara (ca.10 km. ten zuiden van Figueras) als protest tegen het zware vrachtverkeer dat door de plaats dendert.

   

Eigenlijk staan we liever in Leucate Plage, maar omdat het daar altijd nogal hard waait, rijden we door naar Gruissan. Daar heb je iets minder last van de wind. De zon schijnt en uit de wind is het heerlijk buiten zitten. Veel mensen zijn kennelijk op de terugweg (of heenweg?) want aan het einde van de middag stroomt het aardig vol. Om 19.00 uur tellen we zo’n 90 campers. Ach, een mens moet toch wat te doen hebben. Veel Fransen en Duitsers, slechts 2 Nederlanders.

   

Dankzij een forse downloadsessie van Jan zijn we door ons internettegoed heen. We kunnen zelfs geen internetverbinding meer maken om het tegoed van € 0,01 aan te vullen.

Kom van dat dak af.....

 

Woensdag 27 maart: traject Gruissan -> Le Monastier (223 km.)

Het doel voor vandaag is Viviers aan de Rhône. Iets voorbij Beziers besluiten we echter de A75, de gratis snelweg naar Clermont Ferrand, te nemen. Langzaam tuft de MD omhoog tegen colletjes van ca.900 meter. Tijdens de afdalingen hoeven we gelukkig geen gebruik te maken van de zgn. voies de détresse, of escape lanes in goed Engels.

Viaduc de Millau

Bij afslag 39 gaan we van de weg af naar Le Monastier. De naam schept verwachtingen, maar het blijkt een gat te zijn. Bij het station - ook dat is er, alleen rijden er geen treinen - is zo waar een CP met voorzieningen als picknicktafels, een sanizuil en een toiletgebouwtje,  die momenteel echter buiten werking zijn. Klaagden we eerder over overvolle camperplekken, dit is wel het andere uiterste. Er kunnen max. 4 campers staan. Begrijpelijkerwijs staan wij er alleen.

 CP in Le Monastier

 

Donderdag 28 maaart: traject Le Monastier -> St. Pourçain sur Sioule (243 km.)

Het regent continue als we verder kruipen over de A75. Vandaag zijn het geen colletjes maar collen: de hoogste was 1121 km. 5 Jaar geleden hebben we deze weg ook gereden. Wat we echter vergeten waren, was dat deze snelweg in ons geval niet de snelste weg is. We stoppen in St. Pourçain sur Sioule .

   

Welkomstbord bij de ingang                                                                 mooi plekje aan de rivier de Sioule

 

De gratis CP met alle voorzieningen is mooi gelegen aan de rivier en ligt op loopafstand van het leuke stadje, waar menig gebouw wel aan een opknapbeurt toe is. Zonde! Rond een uur of twee is het droog en aan het eind van de middag laat zelfs de zon zich nog even zien. Het is wel koud, ca. 8 graden. Sinds lange tijd moeten we weer een jas aan als we naar buiten gaan.

   

Leuke binnenplaats (met  o.m. een theater en wijnmuseum)                       kerkingang

 

Vrijdag 29 maart: traject St. Pourçain sur Sioule -> Nuits-Saint-Georges (222 km.)

Over de N79, N70, N80 en tenslotte de N6 rijden we noord-oostwaarts naar Beaune. Voor het eerst in 4 maanden zien we weer grazende koeien. Het gras zal ze wel goed smaken met al die nattigheid. In de Bourgogne gaat de regen over in natte sneeuw. Zo’n koude en natte terugreis hebben we nog nooit eerder meegemaakt. Zelfs nadat we op 8 maart 2010 geёvacueerd zijn van Leucate Plage i.v.m. de sneeuwstorm en een dreigende vloedgolf, hebben we de overige jaren altijd redelijk tot (zeer) goed weer gehad.

De camperplaatsen op de CP in Beaune zijn te krap bemeten. We steken zo ver uit dat we de boel blokkeren. Daarom rijden we een stukje verder naar Nuits-Saint-Georges. Daar zijn de plekken wat ruimer en gelukkig staat het er niet vol. Er is ruimte voor ca. 8 campers, er is een goede loosplek en je kunt er water nemen. Allemaal voor niks, nadeel is echter dat er veel verkeer langs rijdt waardoor je regelmatig uit je slaap wordt gehaald.

 

CP met plaats voor 8 campers in Nuits-Saint-Georges   

We trotseren de regen en natte sneeuw en lopen de stad in. Vergeleken met de vorige keer dat we hier waren, ligt het centrum er verlaten bij, maar toen hadden we stralend weer en was het bovendien geen Goede Vrijdag.

De zgn. Beffroi op Place de la Republique

 

Zaterdag 30 maart: traject Nuits-Saint-Georges -> Pont-à-Mousson (256 km.)

Het is droog, zelfs de zon laat zich zien, al is het met 8˚C aan de frisse kant. Voor de verandering gaan we weer eens naar Pont-à-Mousson. In verband met het paasweekeinde hadden we wel verwacht dat het er druk zou zijn, maar niet zó druk. We vinden nog net een plekje, weliswaar zonder stroom, maar dat hebben we niet nodig. Even na ons arriveren campers die helaas geen plek meer kunnen vinden: de CP is “complet”.

    

Pont-à-Mousson en uitzicht vanaf de CP

 

Zondag 31 maart: traject Pont-à-Mousson -> Han-sur-Lesse (205 km.)

Na een stervenskoude nacht, een lekker ontbijtje met een gekookt eitje (het is tenslotte Pasen) beginnen we aan de een na laatste etappe naar Han-sur-Lesse. In 2011 is de CP voorzien van stroompaaltjes en waterkranen. De prijs is daarom wel gestegen van € 4,50 naar € 7,50 (m.i.v. 1 juli € 10,-) dus profiteren we er maar van en zetten het elektrisch kacheltje aan i.p.v. het Trumaatje.

 


CP in Han-sur-Lesse (foto d.d. maart 2012)

De kerk staat centraal in Han-sur-Lesse

 

Han-sur-Lesse is meestal onze laatste stop, en wel hierom:

a) we kunnen er makkelijk lozen zodat we met een lege vuilwatertank thuiskomen en b) je kunt hier heerlijk eten. Wat ons betreft gaat er niets boven de Belgische keuken. De biefstuk is hier zo mals, daar kunnen de Fransen nog een puntje aan zuigen. Ook hebben ze hier HaNburgers i.p.v. Hamburgers.

 

Maandag 1 april: traject Han-sur-Lesse -> Lexmond (265 km.)

Nee, familie, vrienden en vriendinnen, het was geen 1-aprilgrap toen we lieten weten vandaag thuis te zullen komen. Na ruim 4 maanden afwezigheid, zijn we er weer. We hebben een fijne tijd gehad, al zaten er, zoals dat in het leven gaat, ook wel mindere dagen tussen.

De Magirus heeft ons niet in de steek gelaten en heeft ons 7546 km. rond gereden. Niet slecht voor zo'n ouwetje, al heeft hij wel enige behoefte aan aandacht. Die krijgt hij binnenkort en dan mag hij weer mee! 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb